-36.-
-37-
6. Is uw college bereid om de bouw van premie-verkoopwoningen
te stimuleren en voort te zetten?
7. Is uw college bereid om in de nieuwe bestemmingsplannen
ook woonruimte voor bejaarden en alleenstaanden te integreren
8. Is uw college bereid om na sluiting van de huidige vuil
stortplaats een nieuwe lokatie hiervoor aan te wijzen?
9. Kan uw college met de gedachte meegaan om enkele plant
soenen op te heffen als blijft bestaan dat de inwoners
deze plantsoenen misbruiken?
10. Wanneer kan het definitieve herstel van de Eerste Molen
weg tegemoet worden gezien?
11. Hoe ver staat het met het reconstructieplan van de St.
Janstraat?
12. Kan uw college bevorderen dat de school voor kunstzinnige
vorming St. Frans wat meer activiteiten in de gemeente
Hoeven gaat ontwikkelen?
13. Kan uw college wat meer informatie geven Over de nieuw-
bouwplannen van de Volkssterrenwacht Simon Stevin en over
de huidige situatie van deze Volkssterrenwacht?
14» Welke plannen heeft uw college met de commissie Kunst
werken?
15. Ziet uw college mogelijkheden om jeugdige werklozen
in te passen in de werkgelegenheid die de gemeentelijke
recreatiebedrijven te bieden heeft?
16. Hoe ziet uw college de aansluiting van de onrendabele
gebieden op het aardgasnet?
17- Acht uw college belastingverhogingen op korte termijn
beslist noodzakelijk?
18. Is uw college bereid op korte termijn voorstellen te
doen aan de raad om te komen tot uitbreiding van de
Bosbad-attracties?
19. Hoe staat uw college tegenover rechtstreeks investeringen
uit de Bosbadexploitatie en tegenover investeringen via
de gemeenteraad?
20. Acht uw college het wenselijk om gronden die van derden
gepacht worden in eigendom te verwerven?
Met dank voor uw aandacht.
-Algemene-
Algemene beschouwingen, uitgesproken door de heer Rijsdorp.
Voor 1978 heeft uw college, mijnheer de voorzitter, de aan
biedingsbrief en beleidsnota opgesteld en ons aangeboden om
tot vaststelling te komen van de ontwerp-begrotingen 1978
van de Algemene Dienst, het Grondbedrijf en van de Stichting
Bosbad Hoeven.
Bij het doorlezen is de zakelijke benadering opgevallen:
eerst een toelichting op de ontwerp-begroting en daarna het
te voeren beleid. Deze wijsheid hangt niet af van de ervaring,
maar van de mogelijkheid om ervaring op te doen. Daarom,
mijnheer de voorzitter, is het aan te bevelen op de ingeslagen
weg voort te gaan.
Het ligt niet in mijn aard mij met details bezig te houden.
Ik zal mij in mijn beoordeling, voorzitter, beperken tot
de hoofdlijnen.
Financiën.
Uit de ontwerp-begroting Algemene Dienst blijkt, mijnheer de
voorzitter, dat wij een erg krappe portemonnaie hebben:
56.OOO,voor onvoorziene uitgaven en 170.000,voor
dekking kapitaalslasten.
Als ik zie dat de netto vlottende schuld een sterk stijgende
lijn vertoont en daarentegen de saldireserve een sterk
dalende weergeeft, dan is dit een zorgelijk beeld.
De mogelijkheid om uit de saldireserve een bedrag te nemen
om het evenwicht op de gewone dienst van de begroting te
herstellen wordt steeds minder.
Is het uw opvatting dat beschikking over de saldireserve
alleen verantwoord is ter overbrugging van tijdelijke
budgettaire moeilijkheden? Een beschikking over de saldi
reserve betekent immers ook een vermindering van de rente
opbrengst, en dus tevens weer een vergroting van toekomstige
tekorten.
Naar mijn mening zal de beschikking over de saldi-reserve tot
een minimum beperkt moeten blijven.
Een krap financieel beleid voeren, voorzitter, is op zich
een goede deugd, doch de ruimte onvoorziene uitgaven en
dekking kapitaalslasten is te gering, gelet op de projecten
die de komende jaren uitgevoerd moeten worden.