-14' Wij citeren verder; Een lid vraagt of de oude watermachine kan worden vermeld op de monumentenlijst. Op 22 oktober 1973 beb ik de voorzitter van de raad medegedeeld dat de oude watermachine, staande in de Hoevense Beemden aan het einde van de Eerste Molenweg in een zeer bouwvallige staat verkeert. Bit gebouw wordt nogal eens bezocht door kinderen die daarin spelen, hetgeen gevaar met zich mee kan brengen. Ik heb de voorzitter dan ook gevraagd met de eigenaar van het pand contact op te nemen en hem te verzoeken maatregelen te nemen in de vorm van ofwel slopen, ofwel herbouwen ofwel rondom het bouwsel een zodanige af rastering te plaatsen dat het niet meer te bereiken zou zijn. Het antwoord luidde toen dat er met de eigenaar een gesprek was gevoerd met als resultaat dat er binnen korte tijd bekeken zou worden wat er met het gebouw zou moeten gebeuren. Tot mijn spijt moet ik mededelen dat noch het een, noch het ander gebeurd is. Momenteel is het al zover dat er een particuliere film wordt opgenomen en dat het binnenwerk gebruikt wordt voor het maken van een schavot om moordenaars aan de galg te hangen. Wel, toen de beantwoording van die schriftelijke vraag aan de orde werd gesteld zat de postcommandant van de rijkspolitie,de opperwachtmeester Cosse,op de publieke tribune en die zei dat het onverantwoordelijk was dit bouw werk zo te laten staan en dat het bovendien levensgevaarlijk was. Mijnheer Rijsdorp, u heeft opgemerkt dat sommige raadsleden er geen behoefte aan hebben deel te nemen aan de algemene beschouwingen. Nogmaals, dit betekent niet dat wij als raadslid onze taak niet begrijpen. Integendeel. Maar als u denkt, mijnheer Rijsdorp, dat u de volmaaktheid zelve bent, of denkt u dat niet, dan zouden wij u van onze kant eens willen vragen begrip te tonen voor een ander en ons zonder meer op deze manier met rust te laten. Als alle fracties aan de algemene beschouwingen hadden deelge nomen, dat zou de vergadering wel één a twee uur langer hebben geduurd. "Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus". -Naar- -15- Haar onze mening stuurt de heer Rijsdorp het er op aan de gemeende onbestuurbaar te maken. Baar zijn wij het niet mee eens, er moet voor het college ruimte blijven. Het is niet zo dat wij geen begrip voor de heer Rijsdorp kunnen opbrengen. Als de héér Rijsdorp tijdens zijn algemene beschöuwingen snreekrt over het Bosbad en de Camping en daarbij voorstelt om voor het algemeen beheer te komen tot een direkteur, dan is dit voor ons toch iets om even over na te denken. Het kan thans wel wat vroeg zijn, het project draait immers prima, maar zouden het Bosbad en de Camping nog verder uitbreiden dan "zou men. zelfs nog verder kunnen gaan en daarvoor dan een directeur aan te stellen met be drijfservaring of een op dat gebied deskundig persoon aan te trekk Wij willen thans besluiten met de opmerking aan de heer Rijsdorp om in het vervolg zijn eigen boontjes te doppen. Of met de spreuk; "Verbeter de wereld, begin met jezelf". Of met de tekst van Urbanus en Isabel welke luidt; "Ach juffrouw, wilt uw gunst aan mij bedroefde tonen, Bie om een aalmoes bidt, den hemel zal het u lonen". Hierna houdt de heer Krijnen, namens zijn fractie, hetvolgende betoog; Mijnheer de Voorzitter, Be heer Rijsdorp is in de vorige vergadering uitvoerig ingegaan op de gehouden beschouwingen van de andere fracties en dit, vóór dat deze fracties zelf konden reageren op de door uw college geformuleerde antwoorden op de algemene beschouwingen. Wij vinden het teleurstellend dat dit kon gebeuren. Hierdoor werd het mogelijke debat een farce. Mijnheer de voorzitter, desalniettemin werden er weinig nieuwe feiten aangedragen, nieuwe richtlijnen voorspeld of nieuwe wegen ingeslagen. Het steeds weer kenbaar maken dat het één niet goed is en het andere niet deugt, zonder alternatieven aan te dragen, is ons inziens weinig zinvol. Het doet ons enigszins denken aan de debatten in de Tweede Kamer met betrekking tot de abortuswet geving, waarin ook duidelijk de besluiteloosheid merkbaar was en waaruit ook bleek dat niet iedere politieke partij de verant woording durft te dragen. -Onze-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 27