-7- Ook thans schuwen wij de verantwoordelijkheid niet. Wij sijn ons volledig hewust van de verantwoordelijkheid die wad hehhen 1 -a r.n-70 visie ov°x bepaalde zaken soms een 1 1 4e U Hi^oup. Hi3 sich dan ook geen zorgen te maken over onse verantwoordelijkheid, af te leggen aan onze achterban. Wij menen dan ook te mogen stellen dat de heer Rijsdorp waarschijnlijk meer dan genoeg heeft te stellen me zijn 200 liberalen, die hem bij de verkiezingen hun stem hebben gegeven. Wij zijn en blijven van mening dat er geen algemene beschouwingen nodig zijn om politieke verantwoordelijkheid te dragen. Veel belangrijker vinden wij het om daadwerkelijk en op verantwoor e wijze onze medewerking te verlenen aan een constructief en opbouwend beleid, in het belang van onze gehele Hoevense gemeen- schap. Al met al vinden wij uw opmerkingen, mijnheer Rijsdorp, arrogan en banaal en wij zouden u dan ook willen adviseren in het vervolg de beantwoording en het weerwoord in eerste instantie over te laten aan "burgemeester en wethouders. Wij dachten dat u dit fatsoenshalve aan het college verplicht bent Hierna houdt de heer Oomen, namens zijn fractie, hetvolgende "betoog: Mijnheer de voorzitter, Haar aanleiding van de algemene beschouwingen stelt de heer Hijsdorp de vraag, waarom niet alle fraktieleiders en raadsleden hehhen deelgenomen aan de algemene beschouwingen. "Is dit'i zo stelt de heer Rijsdorp, "op de eerste plaats omdat het stuk slecht leesbaar is Wij dachten, mijnheer Rijsdorp dat dit niet het geval was. Daarvoor danken wij dan ook de heren de Rijck en Mouws voor het; prachtig stuk werk, dat zij ons hebben voorgelegd. Op 1 december 1976 werd het hegrotingsonderzoek gehouden, waarbij de raadsleden de gelegenheid kregen vragen te stellen met be trekking tot de begroting 1977- Daarbij werd deskundige uitleg verkregen van de heren de Rijck en Mouws. Hieraan schijnt de heer Rijsdorp weinig behoefte gehad te heboen, omdat er geen vragenlijst is uitgekomen. -Mijnheer- Mijnheer Rijsdorp, de vogel vliegt naargelang hij vleugelen heeft en iedere vogel zingt naar gelang hij gehekt is. Hou, gebekt is de heer Rijsdorp wel, want hij schatert van het begin van de vergadering tot het einde. Mag dat dan niet Hierop antwoorden wij: Ja, maar er moet een bepaalde grens zijn. Als de heer Rijsdorp over een bepaald onderwerp heeft gesproken en de voorzitter geeft daarop dan antwoord, dan valt de heer Rijsdorp de voorzitter diverse keren in de rede, wat ons inziens niet zo verstandig is. Hij huldigt de stelling, "Heden ik, morgen jij". Men kan het ook zien als de brutaliteit van de man. Mijnheer Rijsdorp, als men er geen behoefte aan heeft om aan de algemene beschouwingen deel te nemen, moet men dit zelf weten. Het past niet om te zeggen dat er misschien geen behoefte bestaat aan een toekomstig beleid. Die behoefte hebben wij wel, maar wij willen graag in eerste instantie het college gelegenheid geven haar eigen beleid te kunnen voeren. Dit ligt bij de heer Rijsdorp anders. Hij heeft een eigen mening en deze wil hij het liefst, daarover is geen enkele twijfel moge lijk, vasthouden en zonder meer, dat is al meerdere malen ge bleken, aan de voorzitter opdringen. Dit, met voorbijgaan aan het reglement van orde. Als de heer Rijsdorp geattendeerd wordt op zijn beleid, schatert hij van het lachen. Hoe bekijkt men dit Komt dat omdat hij het zo leuk vindt of omdat het in minder goede zin naar hem toe komt Als dit laatste het geval zou zijn, vinden wij dat wel ongepast. Dat vinden wij dan erg jammer voor zo'n wetenschapsman. Yoor wat betreft het reglement van orde dacht ik dat dit door de heer Rijsdorp nog al eens werd overtreden. Menig raadslid ergert zich hieraan. Wij zouden het college dan ook willen verzoeken hieraan een halt toe te roepen. Wij vragen ons af of de heer Rijsdorp voldoende aandacht besteedt aan de beleidsnota. In de dorpskom van Hoeven bevindt zich n.l. nog een agrarisch bedrijf. Hieraan zou de heer Rijsdorp ook zijn aandacht kunnen besteden. Zulks heeft de heer Rijsdorp toege zegd toen destijds het bedrijf van de heer Martens werd uitge kocht, omdat dat bedrijf stankoverlast zou veroorzaken, hetgeen door ons in twijfel werd getrokken. -Ook-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 23