-6-
-3.)-
-7-
Spreker zegt het voor een goed beleid in deze gemeente onver
antwoord te achten om zich als raadslid nog langer met deze
zaken te moeten bemoeien.
Bij cLe wethoudersverkiezing destijds is bewust een keuze ge
maakt en een profiel geschetst, waarbij aan wethouder van den
Bosch het voordeel van de twijfel is gegeven. Spreker zegt
thans grote twijfels en moeite te hebben met de opstelling van
de wethouder, in al zijn doen en laten en besluit zijn be
toog met een concrete waarschuwing aan het adres van wethouder
van den Bosch, zulks onder verwijzing naar het door hem ge
citeerde artikel 87a van de gemeentewet.
De heer Broos vraagt aan wethouder van den Bosch welke notulen
hij heeft bedoeld.
Wethouder van den Bosch antwoordt hierop de notulen van 28
februari 1977.
Naar aanleiding van een opmerking van de heer Broos dat die
notulen niet zijn uitgetypt, deelt wethouder van den Bosch mede
dat die notulen uitgetypt naar de leden van de werkgroep zijn
toegezonden.
De heer Broos ontkent dit ten stelligste en zegt dat hij hier
over is ingelicht door een ambtenaar van de afdeling sportzaken
en dat hij er zelf van heeft kennis genomen dat die notulen
nog in klad stonden.
Wethouder van den Bosch merkt op dat alleen de notulen van de
vergadering van 9 mei nog niet zijn uitgetypt en verzoekt de
voorzitter de vergadering te schorsen en aan de ambtenaar van
sportzaken, die op de publieke tribune als toehoorder aanwezig
is, te vragen om de desbetreffende stukken te gaan halen.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na enkele minuten heropent de voorzitter de vergadering en deelt
mede dat de kwestie draait om de vraag of de notulen van 28
februari 1977 inderdaad zijn uitgetypt en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede dat momenteel de desbetreffende
stukken worden opgehaald en dat aan het eind van de vergadering
op deze zaak zal worden teruggekomen.
3.Ingekomen stukken.
Naar aanleiding van de ingekomen goedkeuringen op de raadsbe
sluiten tot verkoop van bouwgrond aan particulieren vraagt de
heer Zagers wat de consequenties zijn als Gedeputeerde Staten
een dergelijk raadsbesluit niet goedkeuren en er toch al
met de bouw van een woning is begonnen.
De voorzitter antwoordt hierop dat het niet gebruikelijk is dat
er een bouwvergunning wordt afgegeven voordat de grondverkoop
is goedgekeurd en dat er momenteel sluitende maatregelen zijn
getroffen ^waardoor wordt voorkomen dat dit kan gebeuren.
De heer Krijnen zegt een brief te hebben gemist, gericht aan de
raad, met betrekking tot het volgen van creatief onderwijs.
De voorzitter antwoordt hierop dat ex* over deze kwestie veel
brieven zijn ontvangen en veel beslissingen zijn genomen en
dat deze stukken ter inzage kunnen worden verkregen. Spreker
zegt dat hij op 28 september 1977 een gesprek heeft gehad met
de muziekconsulent en dat deze het beleid van de gemeente
niet afkeurt.
De heer Krijnen merkt op dat de brief was gericht aan het
college en aan de raadsleden.
De voorzitter deelt hierop mede dat de brieven komen op de
plaats waar ze thuishoren.
De heer Krijnen zegt dat de wethouder beweert dat de brief
nooit is ingekomen. Spreker deelt mede hiernaar reeds herhaalde
malen te hebben gevraagd, maar daarop geen antwoord te hebben
gekregen.
Wethouder van den Bosch deelt mede dat er te Bosschenhoofd een
handtekeningenactie is gehouden en dat de brief waarbij die
handtekeningen werden toegezonden het college niet heeft be
reikt.
De voorzitten merkt op, na ruggespraak met de gemeentesecretaris,
dat die brief aan verschillende andere verzoeken was gehecht
O
en als zodanig in het college is behandeld.
-Wethouder-