-4-
instellen van een sportadviescommissiemaar dat hij heeft ge
zegd dat de vorm waarin deze commissie is gegoten volledig is
doorgesproken met die sportverenigingen, die gebruik maken van
de gemeentelijke sportaccommodaties en/of van de gemeentelijke
subsidieregelingen.
In totaal waren in dat overleg 13 verenigingen betrokken.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Krijnen dat de
verenigingen de stukken te laat zouden hebben ontvangen, deelt
wethouder van den Bosch mede dat die stukken op 13 augustus 1977
bij de bestuursleden aan huis werden bezorgd, derhalve op de
zelfde dag dat de raadsleden die stukken ontvingen.
Er was uitdrukkelijk opdracht verstrekt om de stukken niet per
post te verzenden maar deze aan huis te doen bezorgen.
Spreker zegt dat op 3 februari 1976 het college een aantal
sportverenigingen heeft uitgenodigd om deel te nemen in een
gespreksgroep ter begeleiding van de bouw, de opening en het
gebruik van de sporthal. Die werkgroep bestond uit 29 personen
en werd op 16 februari 1976 geïnstalleerd door de burgemeester.
Daarbij werd spreker aan die groep toegevoegd ten behoeve van
een goed contact met het gemeentebestuur. Spreker zegt in die
werkgroep als neutraal persoon te zijn opgetreden.
Reeds in de vergadering van 28 februari 1977 is in de werk
groep een uiteenzetting gegeven over de werking van een sport
raad en een sportadviescommissie. In die vergadering is ook
de suggestie van de fractie Eerstens-Zagers inzake het in
stellen van een sportraad aan de orde geweest. Een en ander is
ook opgenomen in de notulen van die vergadering, aldus wethouder
van den Bosch.
Op 9 mei 1977 heeft nog een bespreking plaatsgevonden over
het eventueel vormen van een sportraad. Daaruit is het
profiel van de huidige sportadviescommissie voortgekomen. Dat
profiel is op 12 augustus 1977 toegezonden aan de sport
verenigingen met verzoek dit te bespreken binnen de verenigings
besturen.
Tevens werden de vere* igingen daarbij in de gelegenheid gesteld
eventuele op- of aanmerkingen ter kennis te brengen aan het
college en deze toe te lichten in de vergadering van de
commissie Algemene Zaken van 16 augustus j.l.
-Slechts-
-5-
Slechts één vereniging heeft van die gelegenheid gebruik ge
maakt en heeft schriftelijke opmerkingen ingediend, welke
ook inderdaad in de commissievergadering werden besproken.
Indien men nu stelt dat de betreffende verenigingen niet
optimaal zijn ingelicht en geïnformeerd, dan ligt de schuld
daarvan niet bij het college, aldus wethouder van den Bosch.
Spreker zegt dat het onmogelijk is om met alle bestuursleden
van de verenigingen rond te tafel te gaan zitten en dat in
de vergadering van de werkgroep van 26 april 1976 werd be
sloten om de werkgroep niet verder uit te breiden.
Er is voldoende informatie verschaft en er is voldoende in
spraak geweest, aldus wethouder van den Bosch, die voorts
mededeelt dat duidelijk is gebleken dat de sportnota van
de Nederlandse Sport Federatie niet overal hetzelfde is be
grepen en uitgevoerd. Spreker zegt dat de thans gekozen vorm
goed is om te starten en als mocht blijken dat deze vorm niet
de juiste is, zullen er vanuit die commissie wel adviezen
worden uitgebracht.
De opmerkingen van de heer Krijnen met betrekking tot de
verpachting van de ontmoetingsruimte van de sporthal en over
het verschaffen van onjuiste informatie, zegt spreker naast
zich neer te leggen. Degene die daarover zijn twijfels heeft
kan zich tot het college wenden, aldus wethouder van den
Bosch.
De heer Rijsdorp zegt geen opmerkingen te hebben ten aanzien
van de redactie van de notulen maar wel over datgene wat aan
leiding geeft tot de notulen. Spreker zegt in de vorige raads
vergadering een aantal vragen te hebben gesteld, maar de
antwoorden daarop niet bij de stukken te hebben aangetroffen,
hetgeen hij toch wel had mogen aannemen. De heer Rijsdorp zegt
dit wethouder van den Bosch hoogst kwalijk te nemen en dat hij
ernstig begint te twijfelen aan het doen en laten van deze
wethouder.
Spreker zegt dat een aantal raadsleden in deze raad nog niet
doorzien wat er zoal plaatsvindt, hoe deze wethouder zich
opstelt, handelt en wandelt.
Hierna citeert spreker het artikel 87a van de gemeentewet en
zegt van mening te zijn dat dit een duidelijke waarschuwing
aan het adres van wethouder van den Bosch inhoudt.
-Spreker-