-3- -2- Voordat deze stemming plaatsvond hield bovengenoemde wethouder een betoog en gaf uitvoerige informatie over de sportvereni gingen en hoe deze tegenover de sportadviescommissie stonden. Spreker stelde toen nadrukkelijk dat deze kwestie volledig was behandeld en doorgesproken met de verenigingen en dat deze volledig akkoord konden gaan met het instellen van een sport adviescommissie. Men kan dit lezen in de notulen op pagina 6, alinea 4 ©n pagina 7» alinea 5- Daarin staat dan ook letter lijk dat de verenigingen uitdrukkelijk en volledig akkoord zijn gegaan. Mijnheer de Voorzitter, deze informaties zijn onjuist. Het blijkt tegenwoordig nodig te zijn dan wij en ook onze mede-raadsleden regelmatig controleren welke informaties wel juist en welke informaties niet juist zijn. Zodoende zijn wij vrijdagmorgen 26 augustus 1977» daags na de gemeenteraadsvergadering op informaties uitgetrokken. Het resultaat was bedroevend. Ja, zelfs van de enige Bosschen- hoofdse vereniging, welke aan het vooroverleg of werkgroep heeft deelgenomen, wist een vertegenwoordiger om die vrijdag morgen, in aanwezigheid van nog een medebestuurslid, te vertellen, nog nooit vóór 25 augustus j.l. over een sport adviescommissie te hebben gesproken met zijn medebestuurs leden en leden. Het volledige bestuur van die vereniging heeft dit in een ondertekende schriftelijke verklaring bevestigd. Dat de verenigingen dit nog niet vóór 25 augustus hadden behandeld is helemaal zo vreemd nog niet, omdat zij de stukken met betrekking tot de sportadviescommissie gelijktijdig met de raadsleden hebben ontvangen en er dus maar weinig tijd was om deze binnen hun vereniging nauwkeurig te bespreken. Overigens zijn wij van mening dat het beter zou zijn geweest als dit agendapunt pas in deze vergadering aan de orde was gekomen. Mijnheer de Voorzitter, wij willen u toch kennis laten nemen van een uitspraak van bedoelde wethouder, welke hij tijdens een onderhoud met de Bosschenhoofdse vereniging heeft gedaan op dinsdag 20 september j.l. om 23.45 uur. Die uitspraak luidt als volgt: "Als de nalatigheid in deze bij de voorzitters of secretarissen van de verenigingen ligt, dan moeten deze maar door het bestuur over de bak worden gehaald en ter verant woording worden geroepen". -Wij- Wij hopen echter dat dit nooit zal gebeuren en dat er ook nooit iemand zal besluiten deze mensen ter verantwoording te roepen. Het gemeentebestuur mag blij zijn dat er in de beide kerkdorpen nog mensen te vinden zijn, die onze sport verenigingen willen besturen. Met trots durven wij te stellen dat hier sprake is van bloeiende verenigingen en wij hebben alleen maar lof voor deze mensen. Mijnheer de Voorzitter, wij zitten, zoals u nu wellicht kunt begrijpen, niet te springen op een nieuw betoog. Maar alles bij elkaar vinden wij het wel een treurige zaak dat er een periode is aangebroken, waarbij wij raadsleden ons bij bepaalde informaties moeten afvragen of ons wel de waarheid wordt voorgeschoteld. Zo'n gedachte is eigenlijk niet vreemd als wij u even een drietal vergaderingen in herinnering brengen: a. het bovenaangehaalde van de vorige raadsvergadering; b.mijn eerste vergadering van de commissie Algemene Zaken na mijn ziekte, o.a. van vorige week dinsdag 20 september, alwaar die voorzitter tenminste driemaal een vraag met een leugen beantwoordde; c.) mijn laatste vergadering van de commissie algemene zaken voor mijn ziekte, waarin die voorzitter een toelichting gaf over de verpachting van de ontmoetingsruimte voor de sporthal "De Parrestee", welke toelichting achteraf één grote leugen blijkt te zijn geweest. Mijnheer de Voorzitter, vrienden zijn en de gemeenschap dienen naar eer en geweten, zijn twee ver uit elkaar liggende ervaringen. Daarom hebben wij bovengenoemde zaken goed overwogen en zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat aan deze praktijken, o.a. de leugenachtige informaties, een halt moet worden toegeroepen. Daarom hebben wij besloten geen goedkeuring te verlenen aan de notulen voor wat betreft het agendapunt 10. Mijnheer de Voorzitter, ik dank u wel. De voorzitter antwoordt hierop dat de raad de notulen reeds voor het betoog van de heer Krijnen had vastgesteld. Wethouder van den Bosch deelt mede dat hij nimmer heeft ver klaard dat alle sportverenigingen akkoord zijn gegaan met het -instellen-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 202