verteld, dat hy zelf een dergelijk project gaat houwen en dat daartoe reeds een aanvraag naar Den Bosch is verzonden. Het lijkt de minister zelf wel Hij heeft de B en de andere W schijnbaar niet meer nodig. Dit is echter zyn eigen verantwoordelijkheid. Het wekt "bij mij de schijn dat het gehele college elkaar de hand hoven het hoofd houdt, in ieder geval bovengenoemde wethouder. Of, Mijnheer de Voorzitter, u kunt genoemde wethouder niet aan en maakt hij de kachel met u aan. Mijnheer de Voorzitter, ik wens op vraag 7 een juist antwoord, want als antwoord nummer 2 geeft u het eigenlijk ,al toe, omdat u vermeldt dat: "Tot dusver werden geen plannen hij de gemeente ingediend." Dit had aangevuld kunnen worden met: "Er is ons niets hekend." De voorzitter antwoordt hierop dat er inderdaad "belangstelling schijnt te hestaan tot het houwen van een winkelgalerij, maar dat daartoe geen plannen zijn ingediend. Wethouder van den Bosch merkt op dat een vrij ondernemerschap niet in het gedrang hoeft te komen met het wethouderschap en zegt dat zyn hedrijf hem Bepaalde mogelijkheden hiedt. Spreker zegt dat hij aan geen enkel raadslid verantwoording verschuldigd is over de gang van zaken Binnen zijn Bedrijf en dat het hem niet duidelijk is wat de heer Broos met zijn Betoog Beoogt. Voorts deelt wethouder van den Bosch mede dat er momenteel in Bosschenhoofd geen goed winkelhestand aanwezig is, hetgeen inhoudt dat de dienstverlening aldaar dan ook minimaal is. Daarbij kan een ondernemer plannen hebben om daar wat aan te doen. Spreker zegt dat er Binnen het college een collegialiteit heerst in die vorm dat er na een vergadering ook wel eens over privé-zaken wordt gesproken. Als gevolg daarvan is het college privé op de hoogte van de onderhavige plannen en wat de drijfveer daartoe is geweest. Wethouder van de Bosch zegt dat deskundigen kunnen Beoordelen of er mogelijkheden zijn om de plannen te realiseren en als uit zo'n onderzoek Blijkt dat er een winkelgalerij moet komen, dan zal het college daaraan zeker medewerking verlenen. De heer Broos merkt op dat er geen plan Bestaat voor een dergelijk project en dat zulks ook niet gerealiseerd kan worden in het huidige bestemmingsplan. Ook Bij Gedeputeerde Staten is hieromtrent niets Bekend, aldus .de heer Broos. De heer Koevoets merkt op dat hij er getuige van is geweest dat er aan een Belangstellende werd medegedeeld dat er in Bosschenhoofd geen gelegenheid Bestond om een zaak op te richten. De voorzitter antwoordt hierop dat er momenteel planologisch geen -mogelijkheden^ mogelijkheden zijn om winkels te Bouwen, maar dat dat niet wil' zeggen, dat daartoe geen mogelijkheden zyn te creëren. Op een desbetreffende vraag van de heer Eoevoets antwoordt de voorzitter dat het college zeker niet onwillig staat tegenover een verzoek van een ondernemer om een winkel te Bouwen. De heer Rysdorp zegt van mening te zyn dat op vragen van mensen naar de mogelijkheden om een winkelpand te bouwen uitgebreider zou moeten worden geantwoord. De voorzitter zegt hierop dat er nog nooit een dergelijk verzoek is ontvangen en als er een dergelijk verzoek Binnen zou komen het college zich daarover zeker zal Buigen. Hierna sluit de voorzitter de discussie en stelt hij de heer Rysdorp in de gelegenheid verslag uit te Brengen van de onlangs gehouden vergadering van de gewestraad van het Streekgewest Westelijk Noord- Brabant De voorzitter doet hierna mededeling van het feit dat op 24 juni 1977 een Bespreking zal plaatsvinden met het Bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Hoeven en de Inspecteur van het Lager-Onderwijsovei de uitbreiding van de lagere school "De Reuzelaar" en de Mariaschool. Op Basis van verkregen inlichtingen is gebleken dat "De Reuzelaar" één jaar en de Mariaschool slechts drie jaar over een noodlokaal zal Behoeven te Beschikken, waardoor dus na die tijd de lokalen leeg zullen staan. Daarom zal tijdens dat gesprek worden gezocht naar alternatieven. Mocht daarbij Blijken dat er aan de raad een voorstel moet worden gedaan, dan zal daartoe eventueel en zonodig een spoedeisende vergadering van de raad worden gehouden, aldus de voorzitter. 16. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van £5 cuU]U^>^s 'f// li

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 145