Spreker zegt een gesprek tussen het bestuur en de bedrijfs leiders op zijn plaats te achten en zegt te verwachten dat dit gesprek binnenkort ook zal plaatsvinden. De voorzitter zegt zich niet bewust te zijn dat er iets heeft plaatsgevonden wat niet past. Hetgeen nu naar voren wordt ge bracht, is uit de totale samenhang gelicht en daardoor uit zijn verband gerukt. Wethouder van den Bosch deelt mede dat het initiatief-voorstel in de vergadering van het Stichtingsbestuur niet uitputtend is behandeld, mede omdat de raad daarover reeds een beslissing had genomen. Spreker zegt dat hij tijdens de rondvraag in die vergadering zijn teleurstelling heeft uitgesproken over datgene wat er gebeurd was. In één van de vorige bestuursvergaderingen deelde één van de bedrijfsleiders mede dat er grote problemen bestonden ten aanzien van de personeelsbezetting, omdat er niet voldoende mensen be schikbaar waren. Er moesten veel overuren worden gemaakt en extra inspanningen worden geleverd. Daarbij werden grote vraagtekens gezet bij het al of niet tijdig gereedkomen van het Bosbad. Veertien dagen later deelt de heer Rijsdorp mede dat er ten aanzien van de personeelsformatie geen enkel probleem bestaat, aldus wethouder van den Bosch. Spreker zegt zich af te vragen hoe dat wel mogelijk is en dat men binnen het bestuur van de Stichting zelfs'heeft geopperd om beide baden maar gescheiden te houden. De heer Rijsdorp zegt dat de opmerkingen van wethouder van den Bosch hem in zijn mening versterken dat er binnen het Stichtings bestuur inderdaad een aantal kritische opmerkingen zijn gemaakt. De voorzitter deelt mede het met wethouder van den Bosch eens te zijn en dat de bedrijfsleider van het open bad thans dagelijks 13 h. 14 uur werkt, als gevolg van een tekort aan personeel, mede omdat de bedrijfsleider van het overdekte bad met vakantie is en diens plaatsvervanger nog niet voldoende is ingewerkt. De heer Kerstens merkt op dat hij als joker wordt gebruikt. Spreker zegt als afgevaardigde van de raad tot taak te hebben de raad zoveel mogelijk te informeren. De heer Kerstens deelt mede dat hij telefonisch door de heer Rijsdorp is benaderd, waarbij deze verzocht de notulen van de vergadering van het Stichtingsbestuur te mogen inzien. -Deze- Deze waren echter nog niet aanwezig. Spreker deelt mede dat datgene wat de heer Rijsdorp heeft gezegd juist is. De voorzitter merkt op dat wat dhr. Kerstens stelt volledig voor zijn verantwoording is en dat juist het gebrek aan een goede communicatie dikwijls de problemen oproept. De heer Kerstens deelt nog mede dat hij aan de heer Rijsdorp heeft gevraagd om de onderhavige kwestie niet aan te snijden. Ingekomen stukken. De heer Zagers deelt mede dat bij de onlangs gehouden ver kiezingen de Partij van de Arbeid een groot succes heeft be haald. Spreker zegt dat als men dan beziet wat de plaatselijke afdeling van die Partij biedt, het resultaat maar erg pover is. Ten aanzien van het ingekomen stuk, vermeld onder nummer 11, merkt de heer Zagers op dat die brief is ondertekend door de voorzitter,maar dat daarin gesproken wordt over "wij". Spreker zegt dat die brief niet bij het bestuur van de afdeling Hoeven en Bosschenhoofd van het C.D.A. bekend is. Met betrekking tot het ingekomen stuk, vermeld onder nummer 12, deelt de heer Zagers mede dat de heer Rijsdorp herhaalde malen' opmerkingen heeft gemaakt over het ontbreken van handtekeningen op brieven. De brief van de plaatselijke afdeling van de V.V.D. is echter niet ondertekend, dus ook niet ontvangen, aldus de heer Zagers. Voorts deelt de heer Zagers mede dat de brief, vermeld onder nummer 13, voor zichzelf spreekt en adviseert dergelijke brieven in de prullenmand te deponeren. Ten aanzien van de ingekomen stukken, vermeld onder de nummers 9 en 10, merkt de heer Rijsdorp op dat hij er al eerder voor heeft gepleit dat het Streekgewest meer gaat leven. Waar het bij deze stukken duidelijk gaat over de personeelsformatie en de begroting van het Streekgewest is er ook een gemeentelijk belang bij betrokken. Spreker zegt van mening te zijn dat derge lijke stukken dan ook niet bij de ingekomen stukken thuishoren, maar agendapunten dienen te zijn. -Voorts—

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 118