-12-
De heer Oomen zegt van mening te zijn dat er te diep op dit
punt wordt ingegaan en verwijst in dit verhand naar de
kinderen die de scholen in Oudenbosch en Etten-Leur bezoeken
en dit ook veelal met de fiets doen. Spreker zegt dat het Bos-
bad via goede en veilige fietspaden is te bereiken.
De heer Eerstens zegt verheugd te zijn dat kan worden doorge
gaan met het schoolzwemmen en er voorstander van te zijn dat
daarbij het busvervoer wordt voortgezet.
De heer Rijsdorp deelt mede geneigd te zijn om te zeggen dat
de kinderen Juist per fiets naar het Bosbad zouden moeten gaan,
vooral omdat daardoor het kind het verkeer leert kennen. Des
ondanks zegt spreker voorstander te zijn van het busvervoer,
zulks uit organisatorische overwegingen.
De heer Broos zegt dat zijn fractie er voorstander van is dat
het busvervoer doorgang zal vinden.
Hierna wordt het voorstel in stemming genomen.
Vóór stemmen de leden: Koevoets. Rijsdorp, Zagers, Eerstens,
Krijnen, Broos, van Hijnatten, Nuijten en van den Bosch.
Tegen stemmen de leden: Buijs, Oomen en van Eekelen.
Derhalve is met meerderheid van stemmen besloten het busvervoer
in de periode 1 mei tot 16 Juni voort te zetten.
E. Personeelsbezetting.
De heer Krijnen vraagt of ook is gedacht aan toezichthoudend
personeel buiten het bad, omdat er momenteel veel diefstallen
plaat svinden
De voorzitter antwoordt hierop dat hiermede zeker rekening zal
worden gehouden.
De heer Rijsdorp merkt op dat de instructeurs toch wel bevoegd
moeten zijn en dat zij, als de bedrijfsleider niet aanwezig is,
ook inderdaad de verantwoording moeten kunnen dragen. Spreker zegt
reeds in de commissievergadering te hebben gesteld dat hij tijdens
de uren waarop "Daphnia" zwemt, de aanwezigheid van 1 instruc
teur te weinig vindt.
De voorzitter deelt hierop mede dat het niet in de bedoeling
ligt te bezuinigen op de kwaliteit van het personeel, maar wel
op de kosten.
-Hierna-
-15-
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming akkoord gegaan met de
voorgestelde personeelsbezetting.
F. Tariefstelling.
De heer Rijsdorp vraagt of het geen aanbeveling verdient abonne
menten uit te geven zoals dat ook voor het open bad geschiedt.
De voorzitter antwoordt hierop dat voor wat betreft hetoverdekt
zwembad is uitgegaan van één tarief voor Jeugdigen en volwassener
Spreker zegt dat het ten aanzien van overdekte baden weinig voor
komt dat er abonnementen worden uitgegeven en dat er de voorkeur
aan wordt gegeven in deze eerst ervaring op te doen, waarna latei
kan worden bezien of de uitgifte van abonnementen gewenst is.
Voorts deelt de voorzitter mede dat het wel mogelijk is 10- bader
kaarten te verkrijgen en dat in de toekomst wellicht kan worden
overgegaan tot de uitgifte van 20-badenkaarten.
De heer Koevoets vraagt waarom in het voorstel niet is opgenomen
welk bedrag verenigingen in de omliggende gemeenten betalen voor
het gebruik van de zwembaden.
De voorzitter antwoordt hierop dat van de K.H.Z.B. terzake ge
gevens zijn verkregen en dat de voorgestelde tarieven eerder hoog
dan laag te noemen zijn. Spreker zegt dan ook te verwachten dat
verzocht zal worden om subsidie.
Voorts deelt de voorzitter mede dat de tarieven zijn bekeken bij
de kring Brabant van de K.H.Z.B. en dat deze tarieven moeten
worden gesteld in verband met de exploitatie. Spreker zegt dat in
deze de lijn is doorgetrokken zoals die is gevolgl ten aanzien van
de sportvelden en tennisbanen, waarbij is uitgegaan van een be
paald bedrag dat redelijk is en wat betaald kan worden.
i
De heer Rijsdorp merkt op dat het goed zou zijn als de gebruikers
van de accommodatie er nog eens heel nadrukkelijk op gewezen
worden wat de werkelijke kostprijs is van het gebruik van die
accommodatie, zodat men weet hoeveel geld de overheid in feite
aan indirecte subsidie uitgeeft. Spreker zegt dat de verenigingen
in deze ook eens moeten nagaan of de lidmaatschapsgelden wel in
verhouding staan met de accommodatie die wordt gebruikt.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de "Tarievenverordening
overdekt recreatiebad 1976" vastgesteld.
-H-