-18-
3. Heeft het college al stappen ondernomen om de mogelijkheid
te scheppen om eigen-woningen in de beschutte sfeer te
bouwen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
4. Welke maatregelen denkt uw college te treffen wanneer de
nieuwe verstedelijkingsnota zijn toepassing gaan krijgen
t.a.v. het uitgeven van bouwgronden en het verlenen van
gemeentegarantie voor geldleningen voor personen buiten de
gemeente Hoeven?
5. Is het college bereid maatregelen te treffen tegen de
speculatieve vorm van woningbouw t.a.v. het uitgeven van
bouwgronden en bouwvergunningen?
6. Kan het college ons mededelen hoeveel urgente gevallen er
ingeschreven stonden voor een bejaardenwoning per 1 januari
1976?
Hoe is de leeftijdsopbouw van de bewoners van onze bejaar
denwoningen?
Is er van de stichting Halderberg ooit een verzoek binnen
gekomen om bejaardenwoningen te bouwen?
7. Waarom is het college van mening dat de bejaardensoci'êteit
te klein is? Welke activiteiten kunnen hierin niet plaats
vinden? Van de zijde van de bejaarden is ons hierover
nooit een klacht ter oren gekomen.
8. Hoe staat het college tegenover onze suggestie om de
huidige gymzaal een andere bestemming te geven?
9. Is het mogelijk het groot-seminarie gebied in een bestem
mingsplan op te nemen waardoor waarborgen geschapen worden
voor de toekomst?
Be voorzitter antwoordt hierop blij te zijn dat van het
college een nota wordt gevraagd en dat deze nota van antwoord
later zal worden voorgelegd, voorzien van een afschrift van
de interpellatie.
17.) Biscussie over de problematiek van de huisvesting voor bejaar
den.
Be voorzitter deelt mede dat is vernomen dat de fractie Kerstens-
Zagers het niet nodig vindt meer dan 5 bejaardenwoningen te
bouwen en vraagt de raad of zij achter de mening van genoemde
fractie staat.
Be heer Nuijten zegt van mening te zijn dat het gemeentebestuur
verplicht is te zorgen voor voldoende bejaardenwoningen.
- Wethouder -
Wethouder van den Bosch deelt mede dat hij als bestuurslid van
zowel de Stichting Woningbouw "St.Bernardus" als van de
Stichting "Halderberg" regelmatig wordt geconfronteerd met de
vraag naar bejaardenwoningen. Spreker zegt dat bestuursleden,
die niet verbonden zijn aan het gemeentebestuur, ernstig ver
ontrust zijn over het feit dat de gemeente Hoeven niet op korte
termijn kan komen tot de bouw van bejaardenwoningen. Spreker
gaat hierna uitvoerig in op de noodzaak dat binnen de gemeente
Hoeven woningen voor bejaarden worden gebouwd.
Be heer Rijsdorp zegt van mening te zijn dat niet met de bouw
van bejaardenwoningen moet worden doorgegaan, maar dat hij het
moeilijk vindt dit principe hard te maken. Spreker stelt het
college voor deze zaak in een nota samen te vatten met daarbij
een leeftijdsopbouw en percentages en eerst daarna een uitspraak
te doen of er al of niet met de bouw van de woningen moet worden
doorgegaan.
Be heer Oomen zegt van mening te zijn dat er wel degelijk behoef
te bestaat aan woningen voor bejaarden en zegt dat hij het zou
betreuren als die bouw geen doorgang zal kunnen vinden.
Be heer Lockefeer deelt mede dat de behoefte aan bejaarden
woningen wel aanwezig is en stelt voor aan het Constantijn
Huijgensplein een zevental flatjes te bouwen, waardoor het
mogelijk wordt het speelterrein in tact te houden.
Be voorzitter zegt dit een aannemelijke suggestie te vinden,
maar dat binnen het bestuur van de Stichting "Halderberg" de
gedachte leeft geen dubbele woningen meer te moeten bouwen,
omdat de bejaarden graag over enige privacy beschikken. Spreker
zegt dat in deze getracht moet worden het meest ideale te
benaderen, hetgeen inhoudt dat de mensen zelfstandig moeten
kunnen wonen. Spreker wijst in dit verband ook nog op het
financieel aspect, nl. dat de bejaardenwoningen de gemeenschap
geen geld kosten, terwijl als de bejaarden in een bejaarden
centrum/inrichting worden opgenomen dit veelal met gemeenschaps
gelden wordt betaald.
Be heer Zagers merkt op dat er toen de plannen voor het bouwen
van bejaardenwoningen bekend werden er nog geen interesse van
de zijde van de bejaarden aanwezig was. Spreker zegt zich af te
vragen in hoeverre er momenteel sprake is van een opgefokte
behoefte en deelt mede dat zolang hierover geen nadere gegevens
bekend zijn zijn fractie geen behoefte aanwezig acht voor de
bouw van woningen.
- Be -