-9- -8- Tenslotte beschuldigt de heer Rijsdorp de regering van oneigen lijk gebruik van de wet. De voorzitter deelt hierop mede dat in deze het eind nog niet in zicht is, omdat er de laatste jaren veel onduidelijkheid bestaat als gevolg van de beleidsombuiging van de regering. Spreker zegt dat thans echter de overdracht van het beheer en de exploitatie van het woonwagenkamp aan de orde is en stelt nogmaals dat Woonwagencentra niet dwingend kan optreden, zulks in tegenstelling tot het Rijk en de Provincie. Spreker deelt mede dat het gestelde in de nota van de Raad voor de Volkshuis vesting niet haalbaar is, maar dat de provinciale nota m hoofd lijnen overeenkomt met het beleid van de minister. De heer Broos deelt mede dat het het college bekend is welk standpunt zijn fractie inneemt als het gaat over zaken met betrekking tot de woonwagenbewoners. Spreker zegt dat ook tegen de voorgestelde overgave nee zal worden gezegd. De voorzitter deelt hierop mede dat hij de mening van de heer Broos in deze respecteert, maar dat die mening niet overeenkomt met de belangenbehartiging van de bewoners van het woonwagen kamp en de omwonenden. Spreker zegt dat als de heer Broos dxeper op deze materie zou ingaan hij zijn mening zal wijzigen. Voorts deelt de voorzitter mede dat de raad de gemeenschappelijke regeling Woonwagencentra Westelijk Woord-Brabant heeft aanvaard en dat aan die regeling dan ook medewerking moét worden verleend. De heer Oomen vraagt of de bewoners van het kampje ook worden geconfronteerd met de Onroerend Goedbelastingen. De voorzitter beveelt de heer Oomen aan de nota eens door te nemen. Spreker zegt dat het inderdaad moeilijk is geld te halen bij de woonwagenbewoners, maar dat dat veelal een zaak is van Woonwagencentra en vooral van de regering. Wethouder van den Bosch deelt mede dat de opmerking van de heer Oomen nogal wat vragen opwerpt. Spreker zegt dat er twee belas tingen zijn waarvoor de woonwagenbewoners zouden kunnen worden aangeslagen, te weten de OnroerendGoedbelasting en de Toeristen belasting. De woonwagenbewoners hebben allen een vaste woonstee, aldus spreker, dus zij bewonen hier een tweede woning, waardoor zij aangeslagen behoren te worden voor de Toeristenbelasting. - Spreker - Spreker zegt geen enkel probleem te hebben met het woonwagen kampje als zodanig, maar wel veel moeite te hebben met het gedrag van het merendeel der woonwagenbewoners. Spreker herinnert aan het feit dat er enige jaren terug een woonwagenkamp moest komen, dat daarvoor het mooiste plekje binnen de gemeente beschikbaar werd gesteld en dat aldaar goede voorzieningen werden getroffen, zulks conform de ideeën van de minister. Spreker zegt dat de woonwagenbewoners het aldaar erg goed naar de zin hebben, maar dat de omwonenden er niet zo erg gelukkig mee zijn, omdat de kampbewoners zich op geen enkele wijze storen aan hun plichten. Spreker deelt mede dat hij mee kan gaan met het beleid van de minister tot heropvoeding van de woonwagenbewoners, maar dat dat niet ten koste mag gaan van de eigen bevolking. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heren Broos en Krijnen verlangen de aantekening te hebben tegengestemd. 10.) Verkoop grond. De heer Broos merkt op dat de grond wordt verkocht voor een 2 prijs van f 60,per m Spreker zegt dat hij in de commissie vergadering reeds heeft gevraagd hoeveel procent van dat bedrag betrekking heeft op de uitkoop van het biobedrijf Martens. In een vorige raadsvergadering is gezegd dat de grondprijs met ca 1, a 1,50 zou stijgen, maar ik ben er van overtuigd dat dat bedrag inmiddels is verdubbeld, aldus spreker. Hierop antwoordt de voorzitter dat Gedeputeerde Staten er niet mee akkoord gingen dat het uitkoopbedrag werd onttrokken van het fonds "omslag grote werken", zodat het college werd genoodzaakt de grondprijzen aan te passen. Spreker adviseert de heer Broos in deze contact op te nemen met de afdeling financiën of met de administrateur van het grondbedrijf. De heer Huijten zegt dat hij, evenals de heren Buijs en van Hijnatten, tegen de uitkoop is geweest en reeds eerder te hebben gewaarschuwd dat daardoor de grondprijzen zouden stijgen. Spreker zegt duidelijk te willen stellen dat hij in deze zijn handen in onschuld wast. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 11.) -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 58