-6- -7- Hierna plaatst wethouders van den Bosch nog enige opmerkingen over het door het Streekgewest uitgegeven informatiehoekje "Van Zessen Klaar", waarin voorhij werd gegaan aan de school- mogelijkheden in Etten-Leur. De heer Kerstens deelt mede dat hij in de commissievergadering heeft gezegd dat de Schoolgezondheidsdienst Etten-Leur hij zonder goed functioneert. Spreker zegt dat zijn fractie akkoord kan gaan met het voorstel maar dat zijn fractie graag de garantie verkrijgt dat de dienst van het Streekgewest even goed functioneert als de huidige dienst. Naar aanleiding van de opmerking van de heer van den Bosch met betrekking tot het informatiehoekje "Van Zessen Klaar" deelt de heer Lockefeer mede dat als er voorlichting over bepaalde zaken wordt gegeven deze dan ook volledig moet zijn. De voorzitter deelt mede dat het niet vermelden van de scholen in Etten-Leur in het informatiehoekje een vergissing is geweest en dat dit verhand houdt met de geografische begrenzing van het Streekgewest. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9.Overname woonwagencentra. De voorzitter deelt mede dat binnenkort een gezamenlijk gesprek met C.R.M., G.S. en Woonwagencentra zal plaatsvinden waarhij gesproken zal worden over handhaving van de huidige lokatie van het woonwagenkamp. Indien wordt toegestemd in wat is beloofd dan zal 90$ van de kosten van renovatie als subsidie worden teruggekregen, aldus de voorzitter. De heer Lockefeer vraagt of als met het voorstel accoord wordt gegaan dit ook inhoudt dat de Streekcommissie in de toekomst kan bepalen waar het kampje moet worden gevestigd. De voorzitter antwoordt hierop dat het college uitsluitend voorstelt het beheer en de exploitatie van het in de gemeente Hoeven gelegen kampje over te dragen aan het rechtspersoonlijk heid bezittend lichaam "Woonwagencentra West-Brabant". Vanwege Woonwagencentra is op geen enkele wijze dwang te verwachten, aldus de voorzitter. De heer Lockefeer merkt op dat de ambtelijke werkgroep er niet in is geslaagd een andere lokatie te vinden en dat de huidige bewoners van het woonwagenkamp erg tevreden zijn. Spreker - Spreker zegt dat in de buurt van het woonwagenkamp een bebouwde kom ligt, nl. St.Willebrord, zodat aan de wens van de wetgever wordt voldaan en in feite ook aan de geest van de wet wordt beantwoord. De voorzitter bevestigt hetgeen de heer Lockefeer heeft opgemerkt, deelt mede dat de Gedeputeerde in deze niet was te overtuigen en dat alles moet worden gedaan om te komen tot een andere lokatie, Spreker zegt dat dit alles is gedaan, maar dat er binnen de gemeente geen betere mogelijkheid aanwezig is. De heer Zagers merkt op dat de bewoners van het kampje inwoners van de gemeente Hoeven zijn en vraagt welke garantie er zal zijn dat die mensen daar kunnen blijven wonen. De voorzitter deelt mede dat zolang het kampje niet vol is iedere woonwagenbewoner aldaar welkom is. Spreker zegt dat de begeleiding van de bewoners zowel via Woonwagencentra als via de gemeente zal plaatsvinden, maar dat de bewoners hun rechten blijven behouden. De heer Kerstens zegt dat in het prae-advies staat vermeld dat het intergemeentelijk lichaam voor het gebruik van de grond en opstallen aan de betreffende gemeente een vergoeding zal worden toegekend. Spreker vraagt of verwacht kan worden dat op de begroting een bedrag per inwoner zal worden vermeld als bijdrage aan het Woonwagencentra. De voorzitter antwoordt hierop dat dat bedrag al op de begroting voorkomt en dat hier zelfs sprake is van een financieel voor deeltje. De heer Rijsdorp zegt een groot gevaar te zien in de voorgestelde overdracht en verwijst in dit verband naar de nota van de Raad voor de Volkshuisvesting, waarin wordt gepleit voor een vaste huisvesting van de woonwagenbewoners. Spreker deelt mede dat het in de bedoeling ligt dat geen nieuwe woonwagens meer worden verstrekt maar dat in de plaats daarvoor eenvoudige verplaatsbare woningen zullen worden gebouwd. Spreker deelt voorts mede dat Gedeputeerde Staten de gemeente kunnen verplichten om hun bestemmingsplan te herzien en zegt dat het hem niet zal verbazen dat op een gegeven moment Woonwagen centra een plaats zal aanwijzen waarop een nieuw kampje moet worden gerealiseerd. De heer Rijsdorp zegt voorts het handelen van Gedeputeerde Staten in deze erg voorbarig te vinden omdat de statenfracties zich medio juni nog moeten uitspreken over de discussienota over het woonwagenbeleid en dat in feite pas in het najaar activiteiten

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 57