GEMEENTE HOEVEN
Wij stellen u daarom voor, de kledingtoelage te stellen op 14,85
per maand en de rijwielvergoeding op 13,50» zijnde de in de gemeente
Oudenbosch voor 1975 geldende bedragen, vermeerderd met 10%.
Tenslotte stellen wij voor, de toelage voor de eerste ambtenaar
van de burgerlijke stand (art. 2, lid 8) en de toelage voor de
ambtenaar, die belast is met regelmatige werkzaamheden t.b.v. de
Stichting Bosbad Hoeven, buiten de kantoortijd voor de secretarie
ambtenaren (art. 2, lid9), te verhogen met 4§% en te bepalen op
respectievelijk 103,23 en 65,32.
Een ontwerp-besluit tot 16e wijziging van de Salarisverordening
1971 ligt in het agendadossier voor u ter inzage.
De commissie algemene zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.
Agendanr.5. Raadsvergadering d.d. 29 april 1976.
Onderwerp: herziening bepalingen vakantieuitkering.
HOEVEN, 2 april 1976.
Bij circulaire van 23 mei 1975 heeft de minister van
binnenlandse zaken de gemeenten in kennis gesteld vah een herziening i
van de bepalingen in de rechtspositieregelingen, die betrekking
hebben op de berekening van de vakantietoelage. Hij verzocht de
gemeentebesturen, de totstandkoming van gelijke maatregelen voor het
gemeentepersoneel te bevorderen.
De herziening betekent in hoofdzaak het volgende:
1. de uitkering wordt voortaan berekend over het per maand feitelijk
genoten loon. Het sedert jaren gehanteerde systeem, waarbij wordt
uitgegaan van de peildatum 1 mei, wordt derhalve verlaten. E.e.a.
betekent een verlaging van de toelage wanneer deze hoger is dan
het minimum bedrag;
2. de aanspraak op het minimum bedrag en het bedrag per kind, dat
in de vakantietoelage is begrepen, wordt van maand tot maand
berekend aan de hand van de situatie in elke maand;
3. mensen met een deelbetrekking krijgen een evenredig deel van het
minimum bedrag;
4. het minimum bedrag en het bedrag per kind, worden bij elke- algemene
salariswijziging aangepast in plaats van eenmaal per jaar zoals
thans het geval is.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden adviseerde bij brief van
27 mei 1975 om voorlopig nog geen maatregelen te treffen als door
de minister bedoeld, omdat het overleg binnen het Centraal Orgaan
en met de centrales van overheidspersoneel nog niet was afgerond.
Eerst op 27 oktober 1975 volgde een nader advies van het Centraal'
Bureau, waarin een aanpassing van het Algemeen Ambtenarenreglement
m.b.t. de vakantie-uitkering werd voorgesteld. De organisaties van
overheidspersoneel stelden zich op het standpunt, dat de nieuwe
berekeningswijze van de vakantie-uitkering een verslechtering van de
rechtspositie van de gemeenteambtenaar betekent, die zij niet
gemotiveerd achtten.
- Hun -