-3-
-2-
6.Financiële medewerking fanfare "St.Caecilia" te Hoeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
In verband hiermede wordt de 8e wijziging van de gemeente
begroting 1976 vastgesteld.
7.) Tegemoetkoming in de kosten van godsdienstonderwijs.
De heer Rijsdorp merkt op dat de scholen ook worden bezocht door
kinderen van een andere kerkelijke gezindte. Spreker vraagt of
het bekend is hoeveel kinderen dat zijn. of er een onderzoek kan
worden ingesteld of de ouders van die kinderen aangepast gods
dienstonderwijs op de scholen wensen en of bij de schoolbesturen
kan worden geïnformeerd of aan die wensen van de ouders tegemoet
kan worden gekomen.
De voorzitter antwoordt hierop dat het hem niet bekend is
hoeveel niet-katholieke kinderen de scholen bezoeken. Spreker
zegt dat het gehele onderwijs, dus ook het godsdienstonderwijs,
een zaak is voor het schoolbestuur en dat het gemeentebestuur als
zodanig daarmee geen bemoeiienis heeft.
De heer Lockefeer zegt dat als de ouders van niet-katholieke
kinderen wensen dat ook hun kinderen aangepast godsdienstonder
richt op school ontvangen, zij zich dan het beste in verbinding
kunnen stellen met de dominee. Spreker zegt dat in deze een eer
ste aanzet van de ouders moet komen.
De heer Rijsdorp zegt graag hierover de mening van de schoolbe
sturen te willen vernemen en verzoekt het gemeentebestuur deze
zaak aan de schoolbesturen voor te leggen.
De voorzitter zegt hierover met de schoolbesturen contact op te
zullen nemen.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
8Hetgeen verder ter tafel komt.
De heer Lockefeer brengt verslag uit van de op 23 februari 197&
gehouden vergadering van de gewestraad van het Streekgewest
Westelijk Noord-Brabant. Spreker zegt dat tijdens die vergadering
ook een voorstel is aangenomen met betrekking tot de regionale
gemeentelljke gezondheidsdienstSpreker zegt dat zijn mede
afgevaardigde, de heer Rijsdorp, het betreurde dat de gemeente
Hoeven niet bij de regionale gemeentelijke gezondheidsdienst was
aangesloten omdat deze nog deel uitmaakt van de schoolgezond
heidsdienst Etten-Leur.
- Spreker -
Spreker gaat in op de wijze waarop en waarom de gemeente Hoeven
destijds voor de schoolgezondheidsdienst Etten-Leur had gekozen
en zegt uiteindelijk tot de conclusie te zijn gekomen dat de
gemeente Hoeven voorlopig ook bij Etten-Leur moet blijven.
Spreker zegt dat mogelijk partieel kan worden deelgenomen aan de
regionale gemeentelijke gezondheidsdienst maar dat in deze niets
moet worden geforceerd en rustig moet worden afgewacht wat de
andere gemeenten, die bij de schoolgezondheidsdienst Etten-Leur
zijn aangesloten, zullen gaan doen.
De voorzitter antwoordt hierop dat het Streekgewest de gemeenten
heeft verzocht over deze zaak vóór 1 mei een principe-uitspraak
te doen en zegt dat de raad vóór die datum een voorstel tege
moet kan zien.
De heer Lockefeer deelt mede dat in de vergadering van de
Gewestraad ook de knelpuntennota voor de werkgelegenheid aan de
orde is gesteld en dat het voorstel na een harde discussie is
aangenomen. Spreker verwijst naar het voorstel en zegt het
jammer te vinden dat deze knelpuntennota niet vooraf in de raad
is besproken. Spreker zegt het op prijs te zullen stellen als
dergelijke nota's aan de raad ter discussie worden voorgelegd,
voordat deze in de Gewestraad worden behandeld.
De voorzitter antwoordt hierop dat de nota's steeds in de blauwe
map ter inzage worden gelegd en dat deze nota's nog al eens
betrekking hebben op nationale problemen, waaraan men binnen een
gemeentebestuur weinig kan doen.
De heer van den Bosch zegt dat als de agenda's voor de ver
gadering van de Gewestraad nota's bevatten, waarvan de afge
vaardigden vinden dat deze binnen de gemeenteraad ter discussie
moeten worden gesteld, zij dan hierover met het college contact
op moeten nemen. Spreker zegt dat de afgevaardigden in deze ook
een taak hebben.
De heer Rijsdorp zegt dat als er nota's van het Streekgewest
worden ontvangen men daarover een eigen mening tracht te vormen.
Spreker zegt dat het daarbij prettig zou zijn ook de mening van
de raad te leren kennen.
De voorzitter deelt hierna mede dat het college ook in het
vervolg attent zal blijven en verzoekt in deze ook de mede
werking van de afgevaardigden.
- De -