-16-
De pagina 2 van het wederwoord geeft geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen.
Haar aanleiding van het gestelde op pagina 3 vraagt de heer
Rijsdorp of er van de B.B.A. reeds een reactie is ontvangen.
De voorzitter antwoordt hierop dat zulks niet het geval is
en dat men de B.B.A. de gelegenheid moet geven om tot een
"bepaalde besluitvorming te komen. In dit verband deelt de
voorzitter mede dat er in deze geen alternatief wordt gezocht voor
de minibusverbinding.
Het gestelde op pagina 4 geeft geen aanleiding tot het maken
van opmerkingen.
Met betrekking tot het gestelde op pagina 5 merkt de heer
Eerstens op het als erg teleurstellend te hebben ervaren
dat de leerkrachten van de scholen uit Hoeven niet in de ge
legenheid werden gesteld de bijscholingscursus te volgen.
De heer Rijsdorp merkt op dat als de leerkrachten niet in de
gelegenheid kunnen worden gesteld zich in het muziekonderwijs
te bekwamen, hij dan het college in overweging geeft met een
voorstel te komen tot aanstelling van een muziekleerkracht.
De voorzitter antwoordt hierop dat men blijkbaar niet had verwacht
dat er zoveel belangstelling sou bestaan voor de bijscholingscursus
en dat is toegezegd, dat de leerkrachten van de scholen in de
gemeente Hoeven de eerstvolgende cursus zeker in de gelegenheid zullen
worden gesteld deze te volgen. Ten aanzien van de opmerking van de
heer Rijsdorp tot het aanstellen van een vakleerkracht, deelt de
voorzitter mede dat daarvoor geen toestemming zal worden verkregen.
Haar aanleiding van de opmerking van de heer Rijsdorp inzake de
aanschaf van een cassette-recorder, merkt wethouder van den.Bosch
op dat hij hieromtrent een gesprek heeftgehad met het schoolbe
stuur en dat daaruit is gebleken dat het schoolbestuur in de
aanvrage om medewerking enkele voorwerpen had geplaatst, waarvan
zij bij voorbaat wisten dat zij zouden worden geschrapt. Voorts
deelt spreker mede dat de cassette-recorder toch zal worden aange
schaft en zal worden betaald uit eigen middelen.
Hierna gaat de voorzitter in op de opmerking van de heer Rijsdorp
met betrekking tot het verstrekken van informaties over "St.Frans"
in de "De Stem", editie Breda.
-Spreker-
-17-
Spreker zegt het in deze jammer te vinden dat "De Stem" in aparte
edities is verdeeld. Een en ander is doorgesproken van de directie
van "St. Frans", aldus de voorzitter, waarbij bleek dat men op het
ogenblik een gebrek heeft aan leerkrachten, als gevolg waarvan
de lessen niet zijn volgelopen. In verband hiermede valt er momen
teel weinig te publiceren. Gestreefd- wordt naar een verdere
volgroeiing van de school, ook naar buiten.
De heer Rijsdorp adviseert het college met de directeur van "St.
Frans" contact op te nemen, omdat er over het handelen van de tussen
personen nogal wat andere gedachten blijken te zijn. Voor wat- be
treft de'publicaties in "De Stem" zegt de heer Rijsdorp dat men zich
rechtstreeks tot de redactie moet wenden.
De voorzitter zegt dat over de gang van zaken reeds contact is opge~:
nomen met de hoofdredacteur van "De Stem", de heer Leijendekker.
Voorts deelt spreker mede dat er over en weer een goed contact is
met de directie van "St.Frans".
De heer Eerstens merkt op dat het college heeft medegedeeld dat de
exploitatie van de sporthal wordt beïnvloed door de mate waarin men
er in slaagt het beheer in W.S.W.-verband te realiseren. Spreker
zegt dat hij de laatste maanden nogal wat geruchten heeft vernomen
dat ook de kantine van de sporthal in W.S.W.-verband zou worden
geexploiteerd. De heer Eerstens zegt het belangrijk te achten dat
op die plaats een capabel persoon zal worden aangesteld.
Wethouder van den Bosch antwoordt hierop dat de exploitatie van de
kantine nog niet ter sprake is ge^^eest en dat de kantine geen W.S.W.-
object kan zijn.
De heer Rijsdorp merkt op dat ten aanzien van de exploitatie van
de kantine de plaatselijke horeca zou kunnen worden opgeroepen om
te onderzoeken of er vanuit die hoek belangstelling bestaat het
beheer van de kantine op zich te nemen.
Haar aanleiding van de opmerkingen van de heren Zagers en Rijsdorp
deelt wethouder van den Bosch mede dat zijn fractie hem niet
blindelings hoeft te volgen en dat zijn fractie in meerderheid be
slist over het al of niet volgen van het beleid van het college.
Haar aanleiding van het gestelde op pagina 6 van het wederwoord
deelt de voorzitter ten aanzien van de publiciteit rondom de On
roerend Goed Belastingen mede dat er vorige week nog over leze
materie een huis- aan- huis circulaire is bezorgd, er nogal wat
publiciteit over is geweest en ook nog steeds de mogelijkheid wordt
opengehouden om nadere informaties te verkrijgen. -De-