-8-
De fractie Ke.rstens denkt aan een bestemming ten behoeve van
de Hoevense gemeenschap.
Ikzelf, mijnheer de voorzitter, ben en blijf van mening dat
onder andere het gemeentehuis een voortreffelijke huisvesting
in dat gebouw kan vinden. Overige ruimten kunnen onder andere
ingericht worden voor de bibliotheek en St. Frans. De kapel
zou een voortreffelijke raadszaal annex museumzaal kunnen
zijn en een muzikale tempel voor onze zondagmiddagconcerten.
Enige miljoenen uitgeven voor verbouwing/uitbreiding of
nieuwbouw van het huidige gemeentehuis lijkt mij niet nuttig.
Beter ware het dat geld mede te besteden aan het aankopen
van het seminarie voor een zinvolle bestemming.
Straks zal ik terzake dan ook een voorstel doen.
Waarom gaat u niet eens in Venray kijken, waar het gemeentehuis
sinds kort in een seminarie is gehuisvest, of dichterbij, in
Zevenbergen, waar een klooster is betrokken?
Is het u bekend dat de Rotterdamse Academie voor Beeldende
Kunst over werkgroepen beschikt die kunnen adviseren en
assisteren als men overweegt een dergelijk gebouw voor andere
bestemmingen in gebruik te nemen
Streekgewest
Mijnheer de voorzitter, de opvatting van de fractie van den Bosch
over het Streekgewest en de schoolgezondheidsdienst heeft mij
tot nadenken gestemd. Is het juist deze fractie die in zijn
algemene beschouwing heeft opgemerkt dat: "gezien de uitlatingen
van onze leraren en leraressen het van essentiële betekenis is
dat de schoolgaande jeugd in Hoeven in spreekvaardigheid wordt
onderwezen", en geen oordeel had over de mogelijkheden die een
cassette-recorder bij het onderwijs aan kleuters kan bieden?
Mijnheer de voorzitter, het is juist het Streekgewest dat pro
beert om het onderwijs aan onze jeugd op een hoger plan te brengen
en het is juist de Schoolbegeleidingsdienst die probeert de
ontwikkelingsmogelijkheden van onze jeugd in het onderwijs
nauwlettend te volgen, alsmede daar waar nodig van advies en
ondersteuning dient.
Als de fractie bedoelt dat het plezieriger is wanneer alles
vlotter en gladder verloopt, dan ga ik. hierin graag mee,
maar een Streekgewest in opbouw vraagt van alle deelnemende
gemeenten een maximum aan inzet en meedenken, vooral boven-
geneentelijk meedenken en daaraan mankeert het wel eens.
-Ik-
Ik heb in mijn beschouwing reeds gezegd:
"Het Streekgewest functioneert en krijgt steeds meer gezicht".
Overigens, mijnheer de voorzitter, heb ik nogal wat antwoorden op
door mij gestelde vragen gemist onder andere over de leesbehoefte
in Bosschenhoofd, over de publiciteit van St. Frans, het instellen
van een culturele commissie, maar vooral ook over de sociaal
maatschappelijke ontwikkeling in de gemeente Hoeven. Ik zou het een
goede zaak vinden dat het college mede in het kader van de werkloos
heid aandacht aan deze materie zou schenken.
Voorts heb ik niets terug kunnen vinden over mijn opmerking met be
trekicing tot het Vormings-Instituut West-Brabant.
Ook heb ik in mijn algemene beschouwingen gevraagd wie aan de
architect opdracht heeft verstrekt voor het ontwerpen van een plan
voor een aanvullend contingent bejaardenwoningen en voor wiens
rekening de daarvoor nodige gelden zijn gevoteerd. Daarop heb ik
i
geen antwoord mogen ontvangen.
Evenmin heeft het college gereageerd op mijn opmerking met betrekking
tot de beslissing zoals die door de rechter is genomen op grond,
van artikel 47» le lid, van de Woningwet.
Slot.
Mijnheer de voorzitter, ik meen in een eerder stadium ook al eens de
openbaarheid van commissievergaderingen aan de orde te hebben gestelc
Ik onderschrijf daarom graag de opvatting van de fractie Kerstens,
met dien verstande dat niet alle onderweipen zich lenen voor be
handeling in de openbaarheid. Enige voorzichtigheid zal op zijn
plaats zijn, maar het invoeren van een experiment lijkt mij alles
zins verantwoord. Ik acht het weinig zinvol in deze een discussie
op gang te houden, omdat het invoeren van een experiment alleszins
verantwoord is te beschouwen en in nader overleg kan worden bekeken
welke commissie zich daar het beste toe leent.
Mijnheer de voorzitter, de strekking van het verhaal dat het geachte
lid Broos ten tonele voerde is mij ontgaan, het had ook geen be
trekking op uw aanbiedingsbrief en/of de begroting, noch op mijn
gehouden beschouwing. In welk verband men mijn naam moest noemen was
mij evenmin duidelijk. Al met al van mijn kant geen verdere aandacht
aan een niet terzake doende betoog.
Wel, mijnheer de voorzitter, aandacht voor hetgeen het geachte lid
Taks als zijn persoonlijke mening over de raadsvergaderingen heeft
gezegd. _j.