-10-
Hoofdstuk j. Volgnummer 154.
Betreft "kosten voormalig personeel zijnde vroegere gemeente
arts". Citeren wij uit onze beschouwingen betreffende het be
grotingsjaar 1976: "dat het onze fractie volledig onduidelijk
is waarom wij de vroegere gemeentearts dienden te ontslaan.
Uit de laatste berekening betreffende het salaris van de gemeen
tearts kwam het bedrag, vermeerderd met de sociale lasten op
f 17é2,47« Na het ontslag van de gemeentearts is thans geraamd
als kosten van z.g.n. wachtgeld f 2418,58- Wij vinden het een
hoogst onredelijke zaak dat op dit wachtgeld van de gemeente
arts de posten, vallend onder de volgnummers 36 en 234» zijnde
geneeskundige behandeling, controle en keuring van ambtenaren
en beambten niet in mindering worden gebracht. Voordeel van
het ontslag van de gemeentearts hebben wij ook via deze begroting
niet kunnen constateren. Wij wilden dan ook graag de voordelen
die ons bekend zijn, eens afgexrogen zien tegen de nadelen en
hiermede bedoelen wij de uitgaven vallend onder de volgnummers
36 en 234*" Einde van dit citaat.
Mijnheer de Voorzitter tot op heden hebben wij inzake deze vragen
geen antwoord van uw college ontvangen.
Voordat wij een voorstel indienen bij de gemeenteraad omtrent
het opnieuw aanstellen van de gemeentearts, willen wij u nog
één raadsvergadering de gelegenheid geven onze vragen te be
antwoorden.
-11-
Eoofdstuk 5.
Volkshuisvesting.
Mijnheer de Voorzitter, het hoofdstuk "volkshuisvesting" is niet
alleen een opsomming van vele hoge cijfers, maar heeft ook in
zich, de grondslag die ligt aan beslissingen over het aantal
te bouwen woningen, over de kwaliteit ervan, de situering,
de verdeling onder de woonbehoeftigen, de prijs-van het wonen,
de vormen.: huren of kopen, kortom een eindeloze reeks van
beslissingen.
Niet alleen de partikulier en de gemeente spelen hierin een
grote rol, maar vooral ook de hogere overheid.
Toch zijn wij van mening, dat ondanks de dominante rol die de
overneid speelt, de gemeente moet betrachten waar maar moge
lijk, de autonomie in stand te houden, om op een groot aantal
terreinen een z elfstandig beleid te kunnen blijven voeren.
Het zijn juist de gemeentebesturen, die over het algemeen
zonder winstoogmerk, uitsluitend in het belang van de volks
huisvesting bezig zijn, speciaal voor de minderbedeelden in
onze samenleving.
De inspiratie en oriëntatie voor een plaatselijk beleid han
delend binnen de normen van een christelijke levensbeschouwing
is een stuk gemeenschappelijkheid die beloften voor de toekomst
steeds in zich houdt.
De christelijke levens- en wereldbeschouwing is ons inziens de
enige verantwoorde politieke keuze voor de volkshuisvesting.
De structuur van de volkshuisvesting in onze gemeente en wij
bedoelen hier speciaal op het beleid inzake woningwet- en
bejaardenwoningen stemt ons niet tot tevredenheid.
Er is ondermeer nog duidelijk sprake van een ernstige woning
nood bij de jongeren.
Natuurlijk kan men zich bij de Stichting Woningbouw "Sint Ber-
nardus" in laten schrijven als men getrouwd is en dan afwachten of er
mettertijd een woning beschikbaar of vrij komt, maar mijnheer
de Voorzitter, deze gang van zaken spreekt ons onvoldoende
aan.
Wanneer wij constateren dat in Bosschenhoofd al in geen jaren
ook maar één enkele woningwetwoningis gebouwd en dat in
Hoeven alleen extreem grote contingenten zijn verwezenlijkt,
met als gevolg dat op het ene moment een grote intergratie
van niet— inwoners moet plaats vinden om de woningen vol te
krijgen,