De commissie hoort niets meer over haar rapport en wordt verder zonder meer buitenspel gezet. Nogmaals bedankt voor het in ons gestelde vertrouwen. Dit onderzoek, meneer de voorzitter, loopt momenteel weer 6 maanden zonder dat er enig zicht is op resultaat of einddatum. Meneer de voorzitter, onze fractie kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat het college zich in allerlei bochten wringt om deze zaak zo lang mogelijk te rekken. Misschien heeft men in het hoofd dat van uitstel vaak afstel komt. Welke waarde, meneer de voorzitter, geeft het college aan de wens van onze inwoners Een enquete begin dit jaar wees toch uit dat drie-kwart van de geënquêteerden wilden aansluiten tegen een tarief van f 11,per maand. Welke waarde, meneer de voorzitter, geeft het college aan een onderzoek en advies van een door u ingestelde commissie Wij hebben sterk de indruk, meneer de voorzitter, dat het college dit alles maar naast zich neerlegt. Inspraak, democratie en medezeggenschap staan bij dit college blijkbaar niet hoog in het vaandel geschreven. Het spijt ons dan ook te moeten constateren, meneer de voorzitter, dat het beleid inzake deze zaak bijzonder slecht is. Het college past ons inziens hierbij de "vertragingstaktiek" toe. Hoe langer het duurt, hoe groter de kans dat het toch niet doorgaat. De prijzen stijgen immers met de dag. Politiek, meneer de voorzitter, schijnt een rare zaak te zijn. Wil men bepaalde zaken "erdoor drukken" dan geeft men de raad maar enkele dagen de tijd om een oordeel te vormen. Wil men bepaalde zaken liever niet gerealiseerd zien, dan schuift men het maar op de lange baan. Het college heeft hierbij lak aan de stem van de eigen inwoner. Wij vragen ons dan ook af, meneer de voorzitter, of het artikel dat dit jaar in de consumentengids verscheen inzake een affaire op de camping en. handelde over de bestuurders in deze gemeente toch niet een ondergrond van waarheid bevatte. Meneer de voorzitter, onze reactie komt waarschijnlijk hard bij u aan. Het college, meneer de voorzitter, heeft hierom gevraagd. Wij zijn het beu dat wij zelf en onze inwoners nog langer aan een lijntje worden gehouden. -Wij- -1.3- Wij vragen u dan ook dringend: Kom op zo kort mogelijke termijn met een voorstel bij de raad, uitgaande van de bouwstenen die in het rapport zijn aangedragen. Laat de raad dan een uitspraak doen. Onze inwoners weten dan tenminste waar ze aan toe zijn. De voorzitter antwoordt hierop dat de heer Zagers zeer beslist het college ten onrechte verwijten maakt en dat eenieder hoopt dat deze kwestie tot een goed einde wordt gebracht. De heer Zagers deelt mede van mening te zijn dat de kritiek niet ten onrechte is en dat het college zelf aanleiding tot die kritiek heeft gegeven. De voorzitter antwoordt hierop dat het toch niet ten onrechte kan zijn als een zaak goed wordt bekeken, omdat men terdege moet kunnen overzien wat de bewoners wordt aangegaan. Spreker zegt het betoog van de heer Zagers niet prettig te vinden en dat hij dit betoog beschouwt als een motie van -wantrouwen. De heer Eijsdorp zegt te hopen dat zijn brief van 4 juli 1976 en de daarbij toegezonden documentatie deel zal uitmaken van de conclusies van het college. Spreker deelt mede dat hij de enquête nogal heeft aangevochten, omdat deze naar zijn mening niet juist was. De heer Eijsdorp zegt voorstander te zijn van een C.A.I., maar dat het niet zo móet zijn dat men achteraf komt te zitten met allerlei consequenties en met allerlei nieuwe in vesteringen op dat gebied. De voorzitter antwoordt hierop dat het college de heer Eijsdorp heeft geschreven dat zijn brief met bijlagen in dank is aanvaard en zegt dat de inbreng van de raadsleden in deze bijzonder welkom is. De heer Nuijten zegt teleurgesteld te zijn over de verwijten aan het advies van het college, maar nog steeds geen antwoord te hebber gekregen op zijn vraag. De voorzitter antwoordt hierop dat het de voorkeur verdient eerst de eindinformaties af te wachten, alvorens over deze complexe zaak tot een discussie komen. Het onderzoek, dat geleid wordt door Weth.v. Eekelen, heeft het eindstadium nog niet bereikt. -12-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 186