De uitsluiting van het onderwijzend personeel heeft wel
tot gevolg, dat de- Verplaatsingskostenverordening niet meer
van toepassing is, tenzij u daartoe uitdrukkelijk besluit.
Momenteel is deze verordening wel op onderwijzers en kleuter
leidsters van toepassing; de verplaatsingskostenverordening is,
voorzover zij betrekking heeft op het onderwijzend personeel
aan openbare lagere en kleuterscholen, door gedeputeerde
staten goedgekeurd bij besluit van 5 noVember 1975»
Om verkregen rechten te waarborgen stellen wij u voor, de
Verplaatsingskostenverordening van toepassing te verklaren
op het onderwijzend personeel aan de bijzondere lagere en
kleuterscholen in onze gemeente, en wel op grond van de
artikelen 33, derde lid, van de Lager-onderwijswet 1920, en
24, derde lid, van de Kleuteronderwijswet. Een ontwerp-besluit
is bij de stukken ter inzage gelegd.
De voorgestelde herziening van art. D 10 betreft de aan
passing aan de rijksregeling ter zake.
Art. D 12 wordt herzien ter aanpassing aan de rijks
regeling. Bovendien wordt de opsomming van aanverwanten aan
gevuld met "de echtgenoot of echtgenote van schoonzuster of
zwager". Het lijkt voor de hand te liggen, deze toch nauw
verwante categorie toe te voegen, hoewel in juridische zin
(art. 3, lid 2, B.W.) geen aanverwantschap ontstaat tussen
schoonzuster en zwager.
Art. E 5 moet worden gewijzigd, om reeds aanstonds bij
de aanvang van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, de mate
daarvan vast te stellen. Bovendien vindt aanpassing plaats
aan de pensioenwet, die mogelijkheden biedt in het
revalidatievlak
In art. E 18 worden wijzigingen voorgesteld ter voorkoming
van onbillijkheden, die kunnen voorkomen als b.v. de mede-
IZA- verzekerde vrouw in een betrekking werkzaam is waarin zij
niet verplicht verzekerd is een functie bij het Eijk, in
komen boven de loongrens e.d.).
De wijziging van art. F 21 is noodzakelijk in verband met
de wet van 30 oktober 1974? Stbl. 725» tot nadere wijziging
van de Besmettelijke-Ziektenwet
Art. H 9 tenslotte wordt herzien ter verduidelijking van
de bedoeling om bij ontslag op grond van onbekwaamheid of on
geschiktheid voor de vervulling van de functie anders dan op
grond van ziekten of gebreken, alleen dan een lagere uitkering
toe te kennen, wanneer er sprake is van schuld of toedoen aan
de kant van de ambtenaar.
-De
ne nerziening van de Arbeidsovereenkomstenverordening beperkt
zxch tot de artikelen 4 en 8. De wijziging is nodig ter aanpassing
aan wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek bij Wet van
24 december 1970, Stb. 612, en bij Wet van 8 april 1976, Stb. 229.
■*"n Wachtgeldverordening worden de artikelen 4 en 19 herzien,
welke herziening in hoofdzaak wenselijk is om te voorkomen, dat de
wachtgelder zou worden achtergesteld bij degene, op wie de Werk
loosheidswet van toepassing zou zijn.
In de hitkeringsverordening worden de artikelen 11, 13, 15, 19
en 24 gewijzigd.
De wijzigingen hebben betrekking op de beëindiging van de uitkering
m.i.v. de dag, waarop de werkloosheid eindigt. Hieuw is daarbij de
bepaling, dat bij opnieuw intredende werkloosheid, zonder dat aan
spraak bestaat op enige uitkering uit dien hoofde, de uitkering
opnieuw wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het verschil
tussen 130 werkdagen en het aantal dagen waarover reeds uitkering
was genoten.
Deze bepaling is analoog aan die, welke bij de sociale verzekering
geldt, n.l.dat een werknemer bij opnieuw intredende werkloosheid
binnen een bepaalde termijn, terugvalt op de oude bedrijfsvereniging.
Voor het overige betreft het in hoofdzaak verduidelijking van de
betreffende artikelen.
De wijziging van de Verplaatsingskostenverordening heeft be
trekking op de artikelen 1 en 7De herziening beoogt in art. 1 een
verduidelijking aan te brengen en de regeling (in art. 7) aan te
passen aan de rijksregeling. Artikel 7 heeft betrekking op de
opknapkosten van een nieuw te betrekken woning. Aangezien na 1
1 januari 1975 zodanige kosten niet zijn vergoed, is het verlenen
van terugwerkende kracht aan deze wijziging, zoals het centraal bureau
is dat geval adviseert, in onze gemeente niet nodig.
Wij geven u in overweging, de aanbevolen wijzigingen in te
voeren door vaststelling van de bij de agendastukken gelegde ontwerp
besluiten.
De commissie algemene zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.