-10- Haar aanleiding van artikel 8, leden a en b, van de ontwerp- algemene verkoopvoorwaarden, deelt de heer Zagers mede dat on langs, een van de inwoners ten onrechte rente over de koopsom heeft moeten betalen, omdat de betalingstermijn buiten zijn schuld was verstreken. Hierop antwoordt de voorzitter dat als in bepaalde gevallen de betaling van rente onredelijk zou zijn het college de mogelijkheid heeft daarvan ontheffing te verlenen. Wethouder van den Bosch merkt op dat betaling van de rente geen extra belasting is voor de koper, omdat als hij na de betalingstermijn geen rente zou moeten betalen hij van zijn geld wel rente zal trekken. De heer Rijsdorp vraagt of met het percentage in artikel 8, lid b, het wettelijk rentepercentage of de marktrente wordt bedoeld. Hierop antwoordt de voorzitter dat hiermede het percentage wordt bedoeld zoals dat in de voorlopige koopovereenkomst staat ver meld. De heer Rijsdorp merkt op dat als de voorlopige koopovereenkomst wordt gesloten de koper juridisch nog geen eigenaar is van de grond. De voorzitter deelt hierop mede dat als er geen rente betaald behoeft te worden, de grondkosten verhoogd zouden moeten worden en dat de betaling van rente deel uitmaakt van de transactie. Spreker zegt dat in andere gemeenten al rente over de koopsom moeten worden betaald als de grond in optie wordt gegeven. Met betrekking tot artikel 12 zegt de heer Rijsdorp dat dit artikel alle perken te buiten gaat, omdat daardoor het college het heft in handen krijgt om het iemand onmogelijk te maken zijn huis te verkopen. Spreker zegt dit artikel erg eenzijdig te vinden en dat in werkelijkheid de gemeente geen been heeft om op te staan. De voorzitter antwoordt hierop dat dit artikel in de algemene verkoopvoorwaarden is opgenomen om speculatie tegen te gaan. Bij hantering van dit artikel dient alle redelijkheid in acht te worden genomen en men dient in deze vertrouwen te hebben in het college, aldus de voorzitter. -De- -11- De heer Rijsdorp zegt dat als het college moet beoordelen of er inderdaad sprake is van speculatie, willekeur niet is uit gesloten, hetwelk hij een bedenkelijke zaak vindt. De voorzitter deelt mede dat als er excessen zijn deze dan de kop ingedrukt moeten worden. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 15» Verkoop bouwperceel aan H.H.Steen te Dalfsen. Haar aanleiding van dit agendapunt houdt de heer Broos het- volgende betoog: Mijnheer de Voorzitter, De verkoop van een bouwperceel aan de heer Steen uit Dalfsen roept bij onze fractie vele vragen op. 1.) Vindt uw college het juist dat als aan eigen inwoners beperkende bepalingen worden gesteld, er aan toekomstige inwoners voorrang wordt gegeven op basis van een eventueel bijberoep van de echtgenote 2.) Heeft uw college informaties ingewonnen of de familie Steen voldoet aan dezelfde eisen die wij stellen aan eigen inwoners, bij voorbeeld meer dan drie jaar geleden een woning ge bouwd. 3.) Heeft u geïnformeerd bij de Bond van Logopedisten of er ook in de omgeving van Dalfsen geen behoefte bestaat aan spraak les. En zo ja, waarom mevrouw Steen daar dan geen praktijk begintVoor zover wij konden nagaan heeft zij daar nog geen praktijk gevestigd. 4.) Met betrekking tot de behoefte aan spraakles willen wij opmerken dat de artsen het vestigen van een praktijk beslist niet noodzakelijk vinden. De hoofden van de scholen stellen dat spraaklessen gunstig kunnen zijn. Wat betreft eventuele kandidaten van Bosschenhoofd willen wij opmerken, dat Bosschenhoofd veel sterker is georiënteerd op Oudenbosch en Roosendaal dan op Hoeven. Kijkt u maar naar de muziekopleidingen enz. Men gaat wel naar Roosendaal en Oudenbosch, maar niet naar Hoeven. Is dit ook de mening van uw college 5.) Heeft uw college enige zekerheid dat Mevrouw Steen werkelijk een praktijk wil vestigen en in stand houden. 6.) Is het noodzakelijk, dat er voor spraaklessen een praktijk ruimte wordt gebouwd, zo nee, waarom koopt de familie Steen dan niet gewoon een woning

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 143