-3- - 70 -2- Mi jnheer de voorzitterondanks de wetenschap dat eenieder een snelle afwikkeling van deze vergadering wenselijk acht, zouden we toch even willen ingaan op het schrijven van de Partij van de Arbeid inzake de hinderwetprocedure voor Pijping Montage B.V. Zoals u weet, hebben wij ook afgelopen vergadering al eens over dergelijke polariserende brieven onze mening geuit. Wij betreuren het enigszins dat dit, op geen enkele reële grond gebaseerd schrijven wederom bij de stukken ter inzage lag. Ondanks dat het bestuur van de P. v.d. A. van Hoeven, Oudenbosch en Standdaarbuiten zich door de landelijke partijraad van aller lei informaties over wetgeving kan laten voorzien, weet men blijkbaar niet dat behandeling van een hinderwetprocedure een zaak is van het betrokken bedrijf, de omwonenden, eventueel de Kamer van Koophandel en B. en W.maar niet zoals het briefhoofd vermeldt "de Raad". Yerder, voorzitter, is het voor ons duidelijk wat het schrijven beoogt. We willen dan ook de inhoud ervan niet nader analyseren, daartoe voelen we ons niet geroepen en zouden we de tijd die er eventueel aan besteed is als nutteloos moeten kwalificeren. Voorzitter, wij hebben in onze raad ervaren wat voor negatieve invloed polarisatie voor het beleid kan inhouden. Zoals u weet, zijn wij gelukkig en ik verwijs naar onze algemene beschouwingen, dat dit tot het verleden behoort. We zijn dan ook van mening dat we er gezamenlijk voor moeten waken dat we weer niet in het oude terugvallen. Mijnheer de voorzitter, de laatste zin in de brief is, dachten we een bewijs van onze stellingname t.a.v. de voornemens van dit Partij van de Arbeid bestuur. Overduidelijk blijkt dat men het gebeuren in het persoonlijke vlak gaat bekritiseren. Voorzitter, veronderstel dat het wel eens mogelijk zou kunnen zijn, dat de voorzitter van deze afdeling van de Partij van de Arbeid geen principieel lid is van de Partij van de Arbeid, maar gewoonweg lid is omdat zijn maatschappelijke positie geen ander alternatief biedt, daarom is het moeilijk voor hem objectief te praten over beleidszaken betreffende onze gemeente. En is het voor hem schijnbaar onmogelijk om zoals u eens terecht gezegd heeft, een zakelijke discussie te voeren zonder aantijdingen in het persoonlijke vlak. Mijnheer de voorzitter, dank u wel. - Haar - Haar aanleiding van het gestelde op pagina 25 verzoekt de heer Oomen nogmaals te onderzoeken of er mogelijkheden zijn dat voor de gemeente gronden, gelegen onder de gemeente Rucphen een huur prijs wordt betaald. Spreker verzoekt tevens een lijst over te leggen van de kleine perceeltjes grond die door de gemeente worden verhuurd. De voorzitter zegt toe dat aan het verzoek van de heer Oomen gevolg zal worden gegeven. Haar aanleiding van het gestelde op pagina 24 zegt de heer Broes dat niet alleen hij, maar de gehele fractie van den Bosch, Broos en Krijnen aantekening heeft verlangd dat met een aantal Begrotingsposten niet akkoord werd gegaan en verzoekt de notulen dan ook in die zin te wijzigen. De raad gaat hiermee akkoord. De heer Rijsdorp merkt naar aanleiding van het gestelde op pagina 17 op dat hij niet heeft gezegd dat hij zich nader zal gaan verdiepen over het instellen van een sport- en recreatieraad maar dat hij heeft gezegd dat hij zich nader zal verdiepen over de mogelijkheden tot activering van het verkoopbeleid van woning wetwoningen. Hierna worden de notulen voor het overige zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 4.Ingekomen stukken. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 5.Uitbreiding kleuterschool De Reuzelaar. De heer Kerstens merkt op bij de stukken geen tekeningen te hebben aangetroffen en verzoekt het college er toch vooral op toe te zien dat het te bouwen lokaal esthetisch aanvaardbaar wordi uitgevoerd. De voorzitter antwoordt hierop dat er nog geen tekeningen voor radig zijn en dat deze te zijner tijd bij de kredietaanvrage aan de raad zullen worden overgelegd. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6.) Verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 67 van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 13