-16- ÏTaar aanleiding van de beantwoording van vraag 2 van de interpellatie vraagt de heer Zagers of het contingent van 14 woningwetwoningen te Bosschenhoofd is komen te vervallen of dat dit alsnog kan worden gerealiseerd. De voorzitter deelt mede dat deze als zodanig niet vervallen en dat er jaarlijks een behoefteschema wordt ingezonden. Met betrekking tot de beantwoording van vraag 7 informeert de heer Zagers of de onder "a" genoemde activiteiten op een en dezelfde dag plaatsvinden of dat deze over meerdere dagen in de week worden verspreid. De voorzitter deelt hierop mede dat in de beantwoording de activiteiten zijn opgesomd zoals die in de bejaardensociëteit plaatsvinden en dat deze activiteiten veelal door elkaar lopen. Spreker zegt dat er momenteel veel belangstelling bestaat voor het volksdansen, maar dat daarvoor niet voldoende ruimte aanwezig is. De heer Rijsdorp verwijst naar pagina 3 van de nota van beant woording van de interpellatie en wel speciaal naar de le alinea daarvan, waarin staat dat het beleid is afgestemd op het Streekplan West-Brabant en voor wat Bosschenhoofd betreft in overeenstemming is met afspraken, die met het Provinciaal bestuur zijn gemaakt en vraagt of dit dan niet het gemeente beleid is. De voorzitter verwijst de heer Rijsdorp in deze naar de provincie De heer Rijsdorp zegt in het interimrapport over de herwaardering van het Streekplan West-Brabant van de commissie ruimtelijke ordening van het Streekgewest Westelijk Woord-Brabant te hebben gelezen dat de gemeente Hoeven de prognose met betrekking tot het inwonertal heeft overschreden. De voorzitter vraagt de heer Rijsdorp op welk jaar die gegevens betrekking hebben en zegt dat het gemiddelde cijfer over een aant jaren moet worden genomen. De heer Rijsdorp merkt op dat de gemeente Hoeven in deze erg voorzichtig moet zijn, omdat er vanuit de provincie naar wordt gestreefd de groei van de gemeente af te bouwen. Hierna stelt de voorzitter de heer Krijnen in de gelegenheid de volgende interpellatie te houden. -Mijnheer- -17- Mijnheer de voorzitter, Zoals u weet, gaat onze interpellatie over het vliegveld Seppe. Allereerst willen wij echter nogmaals in uw herinnering brengen dat onze fractie, voor wat het vliegveld en de veiligheid voor onze inwoners betreft hierop in het verleden meerdere malen geattendeerd heeft en er vragen over heeft gesteld. Dit gebeurde reeds in de begrotingsvergadering van 18 december 1972, op 26 december 1974 met o.a. vragen over het stuntvlieger boven het sportpark van voetbalvereniging DEVO en op 27 februari 1975 be treffende de bouwwerken op het vliegveld. Verder noemden wij bij regelmaat de gevaarlijke situaties in de Pastoor van Breugel- straat nabij het vliegveld. Mijnheer de voorzitter, de bezwaren ten aanzien van het vliegveld Seppe, ondertekend door ongeveer 60 inwoners van Bosschenhoofd, waren voor onze fractie de aanleiding om te komen tot: Een openbare hearing voor onze Bosschenhoofdse inwoners; een hearing onder een groot gedeelte van de Bosschenhoofdse en Hoevense inwoners; het aanvragen van deze interpellatie. Allereerst zijn wij van mening dat de bezwaren van de ondertelce- naars minder hard bedoeld zijn dan zij op schrift overkomen. Het i duidelijk dat niemand het gehele stopzetten van vliegveld Seppe wenst. Dat niemand eist: dat de commerciële aktiviteiten, het lesvliegen, het opleiden van para's, het reclamevliegen enz. worden stil gelegd. Wel zijn er hier en daar oneffenheden die gelijkgestreken dienen te worden. De Bosschenhoofdse bevolking staat over het algemeen positief tege: over het vliegveld Seppe. De Bosschenhoofdse bevolking heeft geen onoverkomelijke bezwaren van hinder of overlast ten aanzien van het vliegveld, wel zien vele inwoners eon eventuele uitbreiding van vliegveld Seppe zorgelijk tegemost De openbare hearing, maar vooral het kontakb met de Bosschen hoofdse bevolking heeft ons vele gegevens en vragen opgeleverd, welke wij gaarne onder de aandacht van uw gemeentebestuur willen brengen -1.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1976 | | pagina 109