Meneer de Voorzitter, ik heb u echter ook toestemming gevraagd, o.a. naar
aanleiding van een paar passages in het stuk van de heer Rijsdorp, om een
ander punt aan te snijden.
Ik lees bij de heer Rijsdorps
"In mijn algemene beschouwingen heb ik gesproken over de gewenste, zo
noodzakelijke politieke bewustwording in deze gemeente".
Of het politieke bewustzijn in onze gemeente zoveel te wensen overlaat,
aag ik te betwijfelen als ik de verkiezingen bekijk voor de 2e Kamer.
Men moet echter op een dorp dit bewustzijn niet afwegen naar de mate
waaraan politieke partijen meedoen aan gemeenteraadsverkiezingen, 't Is
voor mij zelfs een vraag of dit laatste wel zo wenselijk is. Ik ben bang
dat in veel zaken vaak onnodig scherp stelling zou worden genomen door
politieke partijen, waardoor onvruchtbare polarisatie kan ontstaan.
Leest u maar gemeenteraadsverslagen, waar, bij allerlei onbelangrijke
zaken, de politieke partij van een woordvoerder wordt bijgesleept, terwille,
van de partijpropaganda, al gaat het bij wijze van spreken over het
plaatsen van een lantaarnpaal.
Even verder staats "dat het gevaar bestaat dat een deel van het publiek
niet weet waarvoor een collecte wordt gehouden". Ik veronderstel in elk
geval meneer de voorzitter, dat dat deel bij ons niet groter zal zijn dan
elders.
Op de laatste pagina lees iks "Ik kan mij indenken dat uw college de achtert
gronden van de collecte niet heeft overzien. Ik zou dat voor de toekomst
graag willen voorkomen". Bij deze passage heb ik in de marge geplaatst,
met een paar grote uitroeptekens er achters Toe maar!
Meneer de voorzitter, de inhoud van bovenaangehaalde passages wil ik
verder laten voor wat deze is. Maar, waar ik wel op in wil gaan, is de
ondertoon die er in doorklinkt. Ik wil hierbij betrekken de algemene
beschouwing bij de begroting in december j.l.
De kritiek van de heer Rijsdorp was toen erg negatief en sons zelfs pijn
lijk. Ik wil aannemen dat de heer Rijsdorp het niet zo bedoelt.
Het lijkt echter soms wel of er in Hoeven nog nooit iets behoorlijks tot
stand is gebracht door het gemeentebestuur of andere instanties.
Ik krijg sterk de indruk, dat bij de achterban van de heer Rijsdorp een
aantal leden is, beslist niet allemaal, dat meent alleen de beschikking
te hebben over inzicht en visie, dat zich geroepen schijnt te voelen een
eind te moeten maken aan dat z.g. dorpse dilletantisme en misschien a.a.n
Brabantse gemoedelijkheid.
Ik wil opmerken dat gemoedelijkheid een groot goed is. Door gezonde
gemoedelijkheid ziet en ervaart men de betrekkelijkheid van de dingen
heter en daardoor juist kun je als mens elkaar beter benaderen.
- Bovendien -