-8- Algemene "beschouwingen van de heer Ei.isdorp. Wij zijn de mening toegedaan dat de instandhouding van onze gemeente als aantrekkelijke woongemeente met een belangrijke streekfunctie in de recreatieve sfeer moeilijk anders dan als een hoofddoelstelling van het beleid kan worden gezien. In beginsel onderschrijven wij het belang van meerjarenramingen terzake van investeringen in de naaste en verdere toekomst en van een inzicht in de budgettaire gevolgen daarvan. Het zelf bepalen van de volgorde waarin investeringen in de loop van de tijd wenselijk worden geacht, wat wij voor een realistische meer jarenplanning onmisbaar vinden, blijkt echter in de praktijk niet mogelijk. Zo wordt b.v. in tijden met grote werkloosheid bevorderd dat terwille van de werkgelegenheid zo spoedig mogelijk werken worden uitgevoerd die op zo korte termijn op zichzelf helemaal niet zo urgent zijn. Daarbij wordt er geen rekening mee gehouden dat de gemeente wellicht andere projecten urgenter vindt. Een inzicht in de budgettaire gevolgen is in hoge mate afhankelijk van beschikbare gegevens met betrekking tot toekomstige uitkeringen uit het gemeentefonds. Een meerjarenperspectief daarvoor heeft tot nu toe steeds ontbroken. In de begrotingscirculaire van 16 juli 1975 inzake de algemene uitkering 197^ is voor het eerst zo'n perspectief ter sprake gekomen, zij het onder alle voorbehoud. De Staatssecretaris schrijft daarin dat het becijferde meerjarenpers pectief niet meer kan zijn dan een globale aanwijzing van de verwachte ontwikkelingen op grond van thans bekende inzichten. Wij achten deze onzekere situatie echter geen bruikbare basis voor een reële meerjarenplanning. Het beleid inzake de verkoop van woningwetwoningen aan de huurders wordt bepaald door het bestuur van de Stichting Woningbouw "St. Bernardus In het afgelopen jaar werden in deze gemeente vier woningwetwoningen aan de huurders in eigendom overgedragen, terwijl nog drie aanvragen in behandeling zijn. - Het -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1975 | | pagina 409