-20-
Wij hebben ons daarvoor persoonlijk geïnformeerd bij de bewoners van
onze huidige bejaardencomplexen en hebben de wensen van de eventuele
toekomstige bewoners vergaard en gerangschikt. Onomstotelijk kwam
voor ons vast te staan, dat het ten aanzien van de bejaardenwoningen
tot op heden gevoerde beleid het enige juiste beleid is. Integratie
in de nog te verwezenlijke woonkernen is door u in het belang van onze
inwoners - en dit zou ik gaarne eens dubbel willen onderstrepen -
zeker en beslist af te wijzen. Als men de leeftijd bereikt heeft,
waarop men voor een dergelijke woning in aanmerking komt, heeft men
ook het stadium bereikt om te mogen leven en wonen in die omgeving
die men wenst. Rust en contact met gelijken is datgene wat onze
ouderen stuk voor stuk verlangen en dus ook moeten ontvangen.
Bejaarden zijn geen kinderen die men moet betuttelen of moet opvoeden.
Men moet ze hun eigen beslissingen laten nemen, onze fractie die in
hun achterban een volledige vertegenwoordiging heeft van bejaarden
verzet zich tegen integratie van bejaarden zolang deze zelf dit niet
wensen. Wij hopen dan ook dat de door ons gedane onderzoekingen een
bijdrage mogen zijn die leidt tot voldoende overtuiging bij onze
mederaadsleden, dat ons eigen dorpsleefpatroon moet prevaleren boven
de landelijke politieke zienswijze in deze.
Mijnheer de voorzitter, onze fractie wil het betreffende het antwoord
in txireede. termijn hierbij laten.
Uw snelle wijze ten opzichte van notulen van de vorige vergadering,
beantwoording beschouwingen enz. heeft ons niet alleen verbaasd, maar
heeft tevens onze oprechte bewondering en waardering afgedwongen.
Wij verzoeken u dan ook onze waardering over te brengen aan uw
secretaris.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter zegt één facet uit het betoog van de heer Krijnen te
willen lichten namelijk dat met betrekking tot het ter inzage leggen
van stukken.
Hieromtrent zegt de voorzitter dat als bepaalde stukken niet in het
agendadossier worden aangetroffen ook van de heren raadsleden mag
worden verwacht, dat daarvan mededeling wordt gedaan aan de secretaris,
die dan zeker zal zorgen dat de ontbrekende stukken alsnog worden
toegevoegd. Daardoor wordt ook een dienst bewezen aan de raadsleden,
die nadien de stukken komen inzien.
De heer Lockefeer zegt het jammer te vinden dat omtrent de kwestie
bejaardenwoningen niets nader is medegedeeld. Spreker verwijst in deze
naar zijn algemene beschouwingen, waarin hij zijn mening over inte
gratie van bejaarden heeft kenbaar gemaakt.
- Voorts -
-21-
Voorts zegt spreker zich af te vragen wat in feite de bedoeling is
van het houden van algemene beschouwingen omdat te zijner tijd al de
daarin besproken zaken toch aan de orde komen.
De voorzitter stelt hierna het verslag van het onderzoek van de
begrotingen en het memorie van antwoord van burgemeester en
wethouders aan de orde.
De heer Huijten zegt naar aanleiding van het gestelde op pagina 2,
volgnummer 64 er geen moeite mee te hebben dat aan de wethouders een
autokostenvergoeding wordt toegekend. Spreker vraagt bij de omliggende
gemeenten eens te informeren hoe hoog dat bedrag aldaar is vastgesteld
Haar aanleiding van het gestelde bij volgnummer 66 zegt de heer
Huijten dat hij veel moeite heeft met die post.
Sureker zegt persoonlijk niets tegen de wethouders te hebben maar er
wel aan te twijfelen of de telefoongesprekken van zodanige aard zijn
dat daarvoor zo'n hoge vergoeding moet worden toegekend. Spreker
verzoekt dan ook de weg van de redelijkheid te bewandelen en zegt dat
als aan de hand van declaraties een vergoeding ad 400»wordt
betaald hij zich daarmee dan wel kan verenigen.
De heer Huijten verzoekt de voorzitter hem ervan te overtuigen dat
het bedrag van 400,redelijk is.
Yoorts verwijst de heer Huijten naar bladzijde 2, onder punt 4 van de
notulen van de openbare vergadering van 29 mei 1975» met betrekking
tot de 14e wijziging van de salarisverordening 1975» waarin staat
vermeld dat aan het eind van dit jaar zal worden bezien of de regeling*
met betrekking tot de rijwiel- en kledingtoelage voor het buiten-
personeel kan worden aangepast aan die van de gemeente Oudenbosch,
welke regeling veel gunstiger is. Spreker vraagt of deze toezegging
soms aan de aandacht is ontsnapt.
De voorzitter antwoordt hierop dat deze kwestie inderdaad is vergeten
en zegt toe dat hieromtrent adviezen zullen worden gevraagd van de
ambtenarenorganisaties.
Yoor wat betreft de telefoonvergoeding voor de wethouders deelt de
voorzitter mede dat hij de heer Huijten terzake niet geheel zal
kunnen overtuigen, maar dat wel op basis van ervaringscijfers kan
worden aangetoond dat met het bedrag kan worden volstaan.
Spreker zegt van mening te zijn dat het bedrag voor vergoeding van
de telefoonkosten niet is overtrokken en verzoekt de raad het bedrag
te handhaven.
- De -