-44-
-45-
De voorzitter antwoordt hierop dat het subsidiepercentage is tegen
gevallen en dat het alsnog opnemen van een tribune sterk afhanke
lijk zal zijn van de uitslag van de aanbesteding en van de vraag
hoe hoog de kosten van bouwrijpmaken van de grond zullen uitvallen.
Spreker zegt dat in eerste instantie de realisering van de sport
hal het belangrijkste is en dat in het plan wel ruimte is opge
nomen voor een tribune maar dat met de kosten daarvan nog geen
rekening is gehouden, omdat eerst later kan worden bekeken of aan
een tribune wel behoefte zal bestaan.
De heer Rijsdorp merkt op dat hij heeft geconstateerd dat het plan
wat de afmetingen betreft in positieve zin afwijkt van het oor
spronkelijke. Spreker zegt het eens te zijn met de opmerking van
de heer Zagers over de tribunes. Spreker raadt het aanbrengen van
inschuifbare tribunes af en adviseert in plaats daarvan zogenaam
de kanteltribunes aan te schaffen, die bestaan uit elementen van
2 meter en die plaats geven aan ca. 15 personen per element. De
kosten daarvan bedragen 1.000,— per meter, exclusief B.T.W.,
aldus spreker.
Voorts deelt spreker mede dat hij bij de stukken een begroting
van de kosten heeft gemist en zegt deze graag alsnog in te willen
zien. Tevens zegt spreker in het voorstel een mededeling te
hebben gemist over de wijze waarop de aanbesteding zal plaats
vinden en dat hij een onderhandse aanbesteding in deze zeer wel
mogelijk acht, zulks dan wel met inschakeling van de binnen de
gemeente gevestigde aannemers. Tenslotte verzoekt spreker een spe
cificatie van het bedrag ad 100.000,voor het bouwrijpmaken etc.
De voorzitter antwoordt hierop dat het college op voorschrift van
de D.A.C.W. zal overgaan tot een openbare aanbesteding, omdat de
kans bestaat dat in verband met de grotere afmetingen van de sport
hal het aanbestedingsbedrag zal worden beïnvloed. Vellicht bestaat
dan de mogelijkheid, aldus spreker, dat in dat hogere bedrag nog
een subsidie kan worden verkregen, hetgeen bij een onderhandse
aanbesteding uitgesloten is te achten.
Voor wat betreft het bedrag ad 100.000,— voor het bouwrijpmaken
van de grond, deelt de voorzitter onder verwijzing naar het prae-
advies mede dat dat bedrag nog niet is gespecificeerd en dat dat
bedrag werd ingebracht toen de lokatie van de sporthal ging
wijzigen, waarvan ook de D.A.C.V. in kennis werd gesteld. Spreker
adviseert dit bedrag staande te houden en zegt dat zowel het
college van burgemeester en wethouders, als het hoofd van gemeen
tewerken het uitermate gevaarlijk vinden om het bedrag niet op te
nemen, mede omdat het
- bedrag -
bedrag voor subsidiëring in aanmerking komt en omdat alle partijen
ervan overtuigd zijn dat de kosten terzake niet zullen worden over
schreden.
De heer Rijsdorp verzoekt alsnog een raming van de onderdelen ter
inzage te leggen, waarop de voorzitter hem mededeelt dat die raming
momenteel nog erg dubieus is, omdat het plan nog moet worden uitge
werkt en zegt toe dat, zodra de sporthal is aanbesteed, de gevraagde
inzage zal worden verkregen.
De heer Rijsdorp zegt bij de stukken een advies van afdeling III van 1
de gemeentesecretarie te hebben gemist en vraagt of het niet
gebruikelijk is dat een afdeling sport en recreatie omtrent sportaan-
gelegenheden een advies uitbrengt.
Hierop antwoordt de voorzitter dat het college zich in deze heeft
laten adviseren door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de
Nederlandse Sport Federatie en de Provinciaal Consulent voor Sport-
zaken en dat van die instanties zeer goede adviezen zijn ontvangen.
De heer Oomen zegt van leden van de korfbalvereniging "Springfield"
te hebben vernomen dat de afmetingen van de sporthal niet geschikt
zouden zijn voor het beoefenen van mikro-korfbal.
Hierop verwijst de voorzitter naar het advies van de Nederlandse Sport
Federatie en geeft de heer Rijsdorp een overzicht van sporten welke
in de sporthal kunnen worden beoefend, waarbij blijkt dat ook mikro-
korfbal kan worden gespeeld.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. In
verband hiermede wordt de 2e wijziging van de gemeentebegroting 1976
vastgesteld.
Ruiling van grond met de heer H.P. van Oosterhout.
De voorzitter verzoekt toevoeging van dit voorstel aan de agenda,
waarmee de raad akkoord kan gaan.
Aan de hand van een tekening deelt de voorzitter mede dat de gemeente
van de heer van Oosterhout een oppervlakte van O.5O.70 ha zal
overnemen, waartegenover aan de heer van Oosterhout een oppervlakte
van 1.20.J8 ha wordt overgedragen.
De voorzitter deelt mede dat de Stichting Adviesbureau Onroerende
Zaken terzake de nodige taxaties heeft verricht en dat daarbij is
gebleken dat de waarde van de over te dragen grond overeenkomt met de
waarde van de over te nemen grond. In verband daarmede verzoekt de
voorzitter de raad te besluiten tot ruiling over te gaan.
Naar aanleiding van dit voorstel vraagt de heer Rijsdorp hoe de pacht
van de betreffende grond is geregeld en hoe het mogelijk is dat daaro
aardbeienplanten zijn gezet.
- Hierop