-4-
- 9-) -
I>e heer Huijten zegt akkoord te kunnen gaan met het voorstel en
vraagt of de cosimissie het onderzoek nog dit jaar zal kunnen
afronden en zo niet of dan dit jaar een verslag kan worden overge
legd van de verrichte werkzaamheden met een overzicht van eventuele
mogelijkheden.
De heer van Eekelen deelt hierop mede dat de ontvangen aanbiedingen
erg globaal zijn omdat de lokatie van de masten nog niet vaststaat
en daardoor ook nog niet bekend is hoeveel versterkers en leiding
er nodig zal zijn. Spreker zegt dat zodra de lokatie van de masten
bekend is ook over meer exacte cijfers kan worden beschikt, maar
dat het, zoals het zich momenteel laat aanzien wel een haalbare
zaak zal worden.
De heer Zagers merkt op dat ook wordt onderzocht of het economisch
en financieel verantwoord is woningen in het buitengebied aan te
sluiten.
De voorzitter deelt mede dat momenteel alleen nog maar de technische
aspecten worden beoordeeld en dat daarna pas een kostenoegroting
kan worden opgesteld, waarna een enquête onder de inwoners kan
worden gehouden.
De heer van Eekelen merkt in verband hiermede op dat zo'n enquête
eventueel door het desbetreffende bedrijf kan worden verzorgd.
De heer Kerstens zegt het mogelijk te s,chten dat een interimrapport
wordt uitgebracht, maar dat de ontvangen offertes niet Eieo elkaar
vergelijkbaar zijn en dat nog diverse onderzoeken zullen moeten
plaatsvinden.
De heer Huijten vraagt hoe de grenzen liggen van het buitengebied
en of daarbij ook de zogenaamde onrendabele en superonrendabele
gebieden worden bedoeld.
De heer Kerstens antwoordt hierop dat in het onderzoek ook wordt
betrokken straten als de Moleneindsestraat en het Gors, maar zeer
zeker niet de Goudbloemsedijk.
De heer Huijten zegt met veel belangstelling het interimrapport
tegemoet te zien.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
besloten door vaststelling van de 50e wijziging van de gemeente
begroting 1975*
8.Aankoop grond van A.J. Christianen, Gors 100.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
9-) £2£2Q£t::ont^iL^ reorganisatie binnenlands bestuur.
De voorzitter gaat uitvoerig in op de plannen van de regering om
te komen tot een reorganisatie van het binnenlands bestuur.
In zijn betoog betrekt de voorzitter ook het standpunt dat de
Gewestraad van het Streekgewest Westelijk Hoord-Brabant terzake
heeft ingenomen.
Hierna verleent de voorzitter achtereenvolgens het woord aan de
heren Krijnen, Broos, Eerstens, Rijsdorp en Lockefeer, die de
volgende betogen houden.
jfetp.o.g van de heren Kri.inen en Broos.
Mijnheer de voorzitter,
In tegenstelling met de gemeenteraad heeft onze fractie zich reeds
enkele malen intens en uitvoerig gebogen over het wetsvoorstel
betreffende de reorganisatie van het binnenlands bestuur.
Dé plannen van de minister Aran binnenlandse zaken inzake de
reorganisatie, vindt onze fractie evenals de gewestraad en de
Vereniging van Hederlandse Gemeenten onaanvaardbaar.
Ondanks dat de minister ons zand in de ogen wil strooien met zijn
soellingname dat het Hederlandse bestuur uit 5 bestuurslagen
blijft bestaan vinden wij zijn uitgangspunten ondoordachtgekoze.ru
het denken aan 26 miniprovinoiën en de indeling hiervan te
abstract en wederom te ondoordacht en de manier van en waarop,
volledig in strijd met de bedoeling van de grondwet om Hederland
te laten zijn een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Als wij vinder
mijnheer de voorzitter, dat Hederland een gedecentraliseerde een
heidsstaat moet blijven, houdt dit niet in dat wij voor handhaving
van de bestaande situatie zijn, terecht vinden wij dat er een hak-
moet worden toegeroepen aan de steeds meer stijgende macht van de
rijksambtenaren, maar of het voorstel van de minister dit oplost
is ons inziens niet alleen twijfelachtig te noemen, maar bij voor
baat naar het land van de fabeltjes te verwijzen.
Als deze regering, mijnheer de voorzitter, de pretentie heeft te
streven naar spreiding van macht, wordt in dit voorstel van de
minister alleen bedoeld het aantrekken van meer macht voor de
ambtenaren.
Mijnheer de voorzitter, zaken die onze inwoners en zaken die
inwoners van andere gemeenten aangaan moeten beoordeeld en beslist
blijven worden door die bestuurders, die door deze inwoners als
hun vertegenwoordigers gekozen zijn.
Er is en blijft behoefte aan een beleid dat berust op democrati
sche grondvesten, die voldoende toegankelijk zijn voor iedereen en
waarin er sprake is van een juiste verdeling aan de 5 bestuurs-