meenten, gewesten en belangrijke provinciaal werkende instanties
bestaan. Qn deze "inspraak" gestalte te geven, hebben gedeputeerde
staten een tijdschema opgesteld, dat voorziet in de mogelijkheid
cm voor 15 oktober a.s. beschouwingen over het concept-ontwerp
kenbaar te maken. Zeer recentelijk hebben gedeputeerde staten ons
bericht, dat het echter niet mogelijk zal zijn inkomende beschou
wingen bij de definitieve standpuntbepaling door hun college te be
trekken, nu de minister van binnenlandse zaken heeft besloten de
gevraagde verlenging van de adviestermijn niet tóe te staan. Wel
wordt nagegaan op welke wijze deze inbreng bij de diskussie in de
vergadering van provinciale staten in november kan worden betrokken.
Al is de geboden termijn uiterst kort, te kort cm in goed overleg
tot een afgewogen standpuntbepaling te kernen, het onderhavige on
derwerp is van dusdanig groot belang, dat de mogelijkheid be
schouwingen te leveren en zodoende bij te dragen aan de meningsvor
ming, niet ongebruikt voorbij mag gaan. Hiervan uitgaande hebben
wij de aan ons streekgewest deelnemende gemeenten reeds bij brief
van 4 september j.l. verzocht dit voorstel te benutten als leidraad
voor de standpuntbepaling in de gemeente zelf en zich daarbij zo
mogelijk te conformeren aan de onzerzijds ontvouwde gedachtengang
Op deze wijze zal wellicht kunnen worden bereikt - en wij hechten
daar bijzonder aan -, dat vanuit Westelijk Noord-Brabant aan gede
puteerde staten een eensluidende reaktie kan worden kenbaar ge
maakt, die zwaar zal wegen bij de verdere behandeling van het con
cept-ontwerp.
?arcra reorga- Het memorandum, dat het concept-ontwerp van wet reorganisatie bin-
isatie binnen- nenlands bestuur begeleidt, vangt aan met te vermelden, dat de
ards bestuur? bestuurlijke organisatie van ons land reeds lang niet meer voldoet.
Al jaren wordt van verschillende zijden getracht deze problematiek
onder woorden te brengen, te analyseren en er oplossingen voor te
geven. Zo kan in dit verband gewezen worden op de samenvoegingen
van gemeenten, op de wet gemeenschappelijke regelingen, op de wet
openbaar lichaam Rijnmond, alsmede op de vorming van tientallen
zogenaamde pre-gewestenIn de nota bestuurlijke organisatie 1969
werd gesignaleerd, dat de veelal reeds meer dan een eeuw oude
grenzen van de gemeenten niet meer de primair sociaal-economische
en culturele samenhangen omspannenTen gevolge hiervan kunnen
dikwijls taken niet naar behoren worden uitgevoerd, cmdat zij in
feite de grenzen van de gemeente overschrijden en vaak zijn beslis
singen, in de ene gemeente gencmen, van invloed qp de leefsituatie
in andere gemeenten, zonder dat die gemeenten in die beslissingen
enige zeggenschap hebben., Daarnaast is voor het vervullen van de
huidige overheidstaak een bestuurlijk en technisch apparaat ver
eist van zodanige deskundigheid en effectiviteit, dat het vele ge
meenten onmogelijk is cm dit zelf op te bouwen en in stand te
houden. Tenslotte vergen vele voorzieningen een draagvlak, dat aan
de gemeenten veelal ontbreekt.
De bewindslieden van binnenlandse zaken schetsen in hun memorandum
vervolgens, dat in het voorgaande weliswaar even zovele onvolkomen
heden van de gemeentelijke organisatie juist zijn weergegeven, maar
dat niet de totale problematiek is onderkend. Gewezen wordt name
lijk op de (sluipende) centralisatie door het hand over hand veld
winnen van het systeem van rijksbijdragen, subsidies en andere spe
cifieke methoden van financiering door het rijk. De veelal daarmee
gepaard gaarde stringente voorwaarden ontzeggen niet alleen de ge
meentebesturen een eigen beslissingsruimte, maar belemmeren ook een
erken naar
ensluidende
eaktie.
- afweging -