gemeente Hoeven
Vendam. 6. Raadsvergadering d.d. 30 oktober 1975»
Onderwerp: vaststelling vergoeding 1974 art. 101 L.O.-wet 1920.
HOEVEN, 10 oktober 1975.
Be besturen der bijzondere lagere scholen hebben vaststelling-
verzocht van de vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Lager-onderwijs-
wet 1920, over het jaar 1974» Volgens dit wetsartikel vergoedt de
gebeente elk jaar de exploitatiekosten der scholen aan de hand van het
voor dat jaar geldende bedrag per leerling en met inachtneming van het
werkelijk aantal leerlingen van elke school.
Op deze vergoeding wordt elk jaar een voorschot verleend, dat bij
de definitieve vaststelling van de vergoeding moet worden verrekend.
Naast het bedrag per leerling vergoedt de gemeente nog de zakelijke
belastingen, die de scholen over het betreffende jaar aan de gemeente
hebben betaald. In onze gemeente zijn dit de rioolbelasting en de straat
belasting.
Voorschotten over 1974 zijn toegekend bij raadsbesluit van 29
november 1973.
Wij geven u in overweging, de vergoeding vast te stellen conform
net ontwerp-besluitdat in het agendadossier voor u ter inzage is
gelegd. Volledigheidshalve tekenen wij nog aan, dat de afwikkeling
zolang mogelijk is uitgesteld om de schoolbesturen in de gelegenheid te
stellen, eventueel aan te tonen dat het bedrag per leerling te laag is
vastgesteld. Het schoolbestuur van Bosschenhoofd heeft zijn exploitatie
rekening reeds vroegtijdig ingediend. ¥ij hebben het bestuur gewezen op
de mogelijkheid om toepassing te vragen van art. 101 ter van de L.O.-wet
1920, omdat de lagere school o.i. niet in normale omstandigheden
verkeert door het in verhouding geringe aantal leerlingen. Het schoolbe
stuur van Hoeven heeft geen stukken ingediend, waaruit het tekortschieten
v<-n de vergoeding per leerling zou kunnen blijken.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwensecretaris