Waarom dit strakke verordenende keurslijf? Een stedebouwkundige gaat
bepaald te ver wanneer hij ook nog in de bebouwingsvoorschriften de
architectonische vormgeving bepalend opneemt.
Mijnheer de voorzitter, tijdens de behandeling in de commissiever
gaderingen is ook het werkgelegenheidsvraagstuk aan de orde geweest
De wens om dit plan. goedgekeurd te krijgen is kennelijk groot. Het
gaat mij echter te ver om de woonomgeving en het woongenot onderge
schikt te maken aan de werkgelegenheid. Uw laatste alinea in uw
voorstel, dat u gaarne bereid bent in een later stadium in gezamen
lijk overleg met de stedebouwkundige nader te bezien of en zo ja
welke aanpassingen van het plan eventueel nodig zijn, duidt niet'on
een onderkenning van de geringe kwaliteiten van de stedebouwkundig»
van de gemeente Hoeven. Uw voorstel is mij te vrijblijvend. Het
geeft niet de zekerheid dat op korte termijn gesproken gaat worden
over de kwaliteit van dit plan en het is bovendien voor mij niet
zeker dat de stedebouwkundige dan wel plotseling een beter plan zou
kunnen maken. Immers had hij dat in de afgelopen periode reeds kunnen
tonen.
Ik wil het hierbij in eerste instantie laten, voorzitter, en een
nadere toelichting uwerzijds gaarne afwachten.
De voorzitter antwoordt hierop dat het plan uitgaat van een gediffe
rentieerde woningbouw en dat het een zodanige flexibiliteit bezit
dat het te allen tijde kan worden bijgestuurd. Spreker zegt toe dat
alle opmerkingen nogmaals zullen worden bekeken en dat in de eerst
volgende commissievergadering de stedebouwkundige zal worden uitge
nodigd, met wie die opmerkingen dan kunnen worden besproken.
Voorts merkt de voorzitter op dat als het plan thans door de raad
wordt vastgesteld, spoedig met de uitvoering van de 1e fase kan
worden begonnen.
Op de vraag van de heer Hijsdorp met betrekking tot de kostprijs
calculatie deelt de voorzitter mede dat deze eerst vandaag is binnen
gekomen en dat het college van burgemeester en wethouders nog geen
gelegenheid heeft gehad deze te bespreken.
Be heer Uuijten zegt dat eventueel aan het plan aan te teengen wijzi
gingen in geen geval de woningbouw mogen vertragen, zulke vooral in
veiband met de werkgelegenheid.
Hierop deelt de voorzitter mede dat als het plan opnieuw in procedure
moet worden gebracht het minstens weer 1-J- jaar zal duren alvorens
tot uitvoering daarvan kan worden overgegaan.
- Ook -