■6-
Wanneer de heer Eijsdorp, soals reeds herhaalde malen is eehleken
en wederom tijdens de vorige vergadering, in dit geval, de heer Wens
in de rede valt, sodat de heer Wens de heer Eijsdorp tot 2 3 maal
toe moest versoeken sijn mond te honden om hem te laten uitspreken
en wanneer de fractiegenoot van van den Bosch, de heer Broos,
insinuerende opmerkingen over tafel meent te moeten uitstoten, dan
toepassing van het reglement van orde niet nodig en swijgt de
heer van den Bosch, genoeglijk grijnslachend in alle talen.
Tot slot, mijnheer de voorsitter, nog enkele opmerkingen van
algemene aard.
Mijnheer de voorsitter, wanneer de huidige meerderheid in dese
raad meent op de ingeslagen „eg te mesten voortgaan, wanneer dese
coalitie te pas en te onpas sijn wil wilt doordrukken en opleggen aan
de minderheid in dese raad, dan wil ik hier duidelijk stellen dat er
m deze raad heel wat mis is.
Het is geen saak mijne heren, dat de meerderheid deer dik en deer
dun sijn wil traoht op te leggen aan de minderheid in dese raad,
terwijl dese minderheid sioh dit dan moet laten welgevallen. Er
zitten hier 13 raadsleden aan tafel mijne heren, en niet één of twee
die menen dese hele raad te moeten en kunnen dirigeren.
Hee, mijne heren, elk van ons heeft de taak en de plicht om sioh-
zs geheel in te setten voor het algemeen belang en niet voor het
eigen-, groeps- ef partijbelang. Ik wijs u hierbij ep de eed, die
wij bij onze toetreding hebben afgelegd.
Zolang niet ieder van ons bereid is om het algemeen belang te
aten prevaleren boven het eigen-groeps- en partijpolitiek belang,
zolang zal het duren, mijne heren, dat de verziekte en verpeste
geest, welke thans deze raad beheerst, blijft voortsmeulen en voort
woekeren en zullen insinuerende op- en aanmerkingen geplaatst blijven
wor en. Dan zal het zijn zoals de heer Meyer van het Brabants
nu x blad ti^dens de be&^otingsraad tegen mij opmerkte toen hij zei»
et is de hoogste tijd dat het wantrouwen in deze raad worden uitge
sproken. Hoeven is hard op weg om onbestuurbaar te worden».
Mijne heren, laten wij ons eindelijk eens realiseren dat we hier
en voor het algemeen belang. Dat en niets anders wordt er van u
n mij verwacht. Laten wij de kiezers, die ons hebben gekozen en ons
un vertrouwen hebben geschonken niet in de kou staan door niet te
^antwoorden aan de door hen gestelde verwachtingen. We dienen
•o ts één doel voor ogen te hebben* ons zelf in te zetten voor het
VanTe: b8lang en °p te komen voor gemeenschappelijke belangen
e Ho evense en Bosschenhoofdse gemeenschap.
- Deze -