-4- Ik blijf dan ook de mening toegedaan dat elke 400, welke elke vergadering van deze commissie gaat kosten, weggegooid geld is en beter voor legio andere belangrijke zaken besteed zou kunnen worden. In zijn algemeenheid zou ik tot de heer Rijsdorp nog willen opmerken* "Wat zou u, heer Rijsdorp, met uw kennis van zaken en ervaring op velerlei gebied, een goede en grote inbreng kunnen hebben m deze raad, als u wat meer bereidheid toonde en medewerking wilde verlenen tot het voeren van een constructief en opbouwend beleid en wat minder zou doen aan muggenzifterij". Of is de heer Rijsdorp misschien de mening toegedaan dat het hier in Hoeven alleen maar boerkes zijn die hij politiek bewust moet komen maken. Als de heer Rijsdorp dit werkelijk meent, dan moet ik hem wel diep teleurstellen en kan ik hem verzekeren dat lang niet alle Hoevense boerkes geïnteresseerd zijn in de politieke ideëen van de heer Rijsdorp en zijn partij. Wat de repliek betreft van wethouder van den Bosch als zou ik kennelijk van mening zijn, dat ik in de voorgaande 4 jaar als wethouder niets mocht zeggen en netjes mijn mond moest houden, zou ik tot de heer van den Bosch hetvolgende willen zeggen* "Het mag dan waar zijn, heer van den Bosch, dat ik in de afgelopen 4 jaar als wethouder, tijdens de raadsvergaderingen weinig of niets heb gezegd, dat ik slechts dan iets zei als door één van de heren raadsleden wat werd gevraagd, maar die vragen werden door mij steeds correct en tot tevredenheid van de vragenstellers beantwoord." Dat ik thans, als raadslid, de mening zou zijn toegedaan, dat ik nu alles mag zeggen en zelfs op onbeschofte wijze over tafel mag roepen, zoals wethouder van den Bosch in zijn repliek opmerkte, zou ik de heer van den Bosch er in de eerste plaats op willen wijzen, dat wanneer het over onbeschoftheid gaat, ik dan waarschijnlijk van de heer van den Bosch nog wel het een en ander kan leren. Over de opmerking van de heer van den Bosch dat ik er 4 jaar lang het zwijgen toe zou hebben gedaan, zou ik tot de heer van den Bosch hetvolgende willen zeggen* "Niet iedereen is een zo begaafd spreker als u wethouder van den Bosch. Niet iedereen is in staat om zoals u fflet zijn rappe en gladde tong een ellenlang betoog te houden zoals u, waarbij u in feite niets anders doet dan in de ruimte staan kletsen zwetsen, zonder daarbij ook maar één zinnig woord te zeggen". Veel meer dan gezwets en geklets komt er bij u, heer van den Bosch tot nog toe niet uit. - De -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1975 | | pagina 171