-3-
413 ik te pas en te onpas misbruik heb gemaakt van de zogenaamde
machtspositie van de meerderheidscoalitie waarvan ik toen deel uit
maakte, dan daag ik de heer Broos uit, staande deze vergadering deze
insinuering waar te maken.
Er wordt van een raadslid echt wel iets meer verwacht, heer Broos,
dan de platvloerse grollen en grappen van u heer Broos. Veel verder
dan platvloerse grappen en grollen bent u, heer Broos, tijdens uw
5-jarig raadslidmaatschap niet gekomen.
mag dan, heer Broos, bij de overwinning van uw fractie bij de
gemeenteraadsverkiezingen triomfantelijk hebben uitgeroepen "Bet
zal nou wel anders worden, nou zullen wij het eens gaan uitmaken wat
er gaat gebeuren", tooh moet ik u zeggen, heer Broos, dat dit zowat
het enrge is wat u met de slaafse medewerking van bepaalde andere
raadsleden tot nog toe heeft kunnen waarmaken. Of dit in het algemeen
belang is en of de Hoevense en Bosschenhoofdse gemeenschap hiermede
gediend is, deert deze heren kennelijk niet.
Wat de opmerking van de heer Rijsdorp betreft dat hij het
betreurde dat ik mij bij de samenstelling van de commissie ad hoe
voor het centraal antennesysteem zo bijzonder negatief heb opgesteld,
vrjs ik er de heer Rijsdorp nogmaals op dat het zijn goed recht is
zich positief op te stellen bij de samenstelling van bovengenoemde
commissie ad hoe, maar dat het even goed mijn recht is om over
bepaalde zaken een andere visie te hebben dan de heer Rijsdorp en de
andere raadsleden.
Wanneer mijn visie afwijkt van die van de andere raadsleden, dan
meen ik evenveel recht te kunnen doen gelden als welk ander raadslid
ook, om mijn eigen visie naar voren te brengen.
Dat ik mij bij de samenstelling van de commissie ad hoe voor het
centraal antennesysteem negatief heb opgesteld betekent niet en ik
dit hier uitdrukkelijk stellen mijnheer de voorzitter, dat ik
egen een centraal antennesysteem ben. Integendeel, ik zou het toe
juichen dat een centraal antennesysteem op korte termijn zou kunnen
orden gerealiseerd, omdat een centraal antennesysteem ongetwijfeld
voordelen biedt boven de huidige antennes.
Dat ik van mening ben en verschillende anderen met mij, dat een
centraal antennesysteem voor Hoeven en Bosschenhoofd financieel geen
aa bare kaart is, is een andere kwestie. De financiële consequenties
en, zeker bij de minder-draagkrachtigen in onze gemeente, op
8*ote weerstand stuiten. Niemand heeft mij tot nog toe van kunnen
-uigen, 2eifs de heer Rijsdorp nietj van d0 noodzakeUjkhe;Ld
n e commissie ad hoe voor het centraal antennesysteem.
- Ik -