-2- Mede overwegend dat inwoner A en B en C, enz. wel vergunning kregen om te bouwen in agrarisch gebied, dat inwoner B en inwoner E, enz. wel riante woningen konden bouwen in het agrarisch gebied omdat zij voldoende i middelen tot hun beschikking hadden om bestaande oude woningen aan te kopen en te herbouwen, zijn wij nog steeds van mening, dat onder anderes Matthijsen, van de Riet, Verwijmeren en al de bewoners van de Rijksweg eveneel rechten hadden en hebben op een vestiging in het agrarisch gebied. Wij willen u dan ook verzoeken alsnog deze personen een bouwvergunning te verlenen. In ieder geval maken wij uw college erop attent, dat uw college volgens onze fractie verplicht is het beroep wat deze drie inwoners indienden bij de raad opnieuw in behandeling te nemen. Het is onze fractie gebleken, dat indien men een verzoek ofwel een beroep om een of andere voorziening heeft ontvangen, de raad ingevolge artikel 390, lid 3 van de bouwverordening verplicht is betrokkene te horen» Artikel 390 lid 3 luidt als volgts Alvorens de gemeenteraad op een ingesteld beroep beslist, wordt de be langhebbende in de gelegenheid gesteld door de raad of door een door de raad uit zijn midden benoemde commissie te worden gehoord. Bit houdt in, mijnheer de voorzitter, dat het beroep door Matthijsen, v.d» Riet en Yerwijmeren bij de raad ingediend, door de raad niet wettelijk is behandeld» Wij verzoeken u dan ook deze beroepen alsnog te herzien. Betreffende herbouw van woningen door inwoners, die door eerder ver kregen rechten, ons inziens recht hebben op bouwmogelijkheden in het agrarisch gebied, vragen wij uw college al de mogelijke medewerking te geven. Wij bedoelen hier de inwoners, die door uitbreidingen van bestemmings plannen, wegen enz. gedwongen worden hun woningen te verlaten. ters in ons en in het bijzonder in mijn geheugen is nog de problematiek rond de bewoners van de rijksweg. Nog steeds wordt men dag in dag uit met de naweeën- hiervan geconfronteerd. ®en extra mentale wreedheid is bovendien dat men wel toestemming gaf aan de heer Scheepers om een luxe bungalow terug te bouwen aan de rijksweg, ondanks dat de heer Scheepers reeds elders een boerderij had gekocht en andere bewoners van deze rijksweg die wel eerlijke bedoelingen adden, niet in de gelegenheid kwamen om hun woning te herbouwen, op die Plaatsen waaraan men zich zo verbonden voelde. - Bat -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1975 | | pagina 104