15. Aan artikel E 10 worden twee nieuwe leden toegevoegd, die het mogelijk maken om een ambtenaar op medische gronden tijdelijk met andere werkzaamheden te belasten, een mogelijkheid waaraan in de praktijk behoefte is gebleken. Een waarborg tegen onjuist gebruik van deze mogelijkheid is het beroepsrecht van de ambtenaar, dat in artikel E 8 is neergelegd. De ambtenaar, die andere werkzaamheden als hier bedoeld, verricht, geniet de volle bezoldiging van zijn oorspronkelijke betrekking, mits die werkzaamheden ten minste 451° van de normale werktijd vragen. 14. In artikel E 15 gaat het over de herplaatsbaarheid van de ontslagen ambtenaar. Het is nodig gebleken deze bepaling aan te vullen, om te voorkomen, dat de herplaatste ambtenaar nog aanspraken zou kunnen maken op grond van artikel E 15, tweede lid. Bovendien is in het vijfd.e lid van dit artikel een tekst aanpas sing aangebracht, evenals in het tiende lid. 15. Artikel E 19 is herschreven o.m. om te laten uitkomen dat degenen die ziek zijn in de hoofdbetrekking, doch andere werkzaamheden verrichten (punt 15) geen periodieke salarisverhogingen in de oor spronkelijke betrekking kunnen worden onthouden. 16. Hieuw toegevoegd is artikel E 20, waarin is bepaald, dar de ambte naar of gewezen ambtenaar nimmer minder voordelen toekomen dan wanneer de Ziektewet van toepassing zou zijn geweest. 17. Artikel F 22 vervalt. De daarin geregelde materie (studiekosten regeling) is ondergebracht in het nieuwe artikel F 27waarin tevens de verplichting voor de mabtenaar is neergelegd, om zich beschikbaar te stellen voor het volgen van een bijzondere vakop- <f§ leiding, waarvan de kosten voor rekening van de gemeente komen. Deze verplichting was reeds geregeld in het thans vervallen derde lid vs,n artikel F 28. 18. Aan het tweede lid van artikel H 5 is een alinea toegevoegd, die het mogelijk maakt een ambtenaar al of niet op verzoek eervol te ontslaan, wanneer die ambtenaar na zijn 65e jaar in dienst is gebleven, hetgeen op grond van het tegenwoordige tweede lid mogelijk is in bijzondere gevallen. 19. In artikel H 8, lid 2, is een verduidelijking aangebracht door te bepalen, dat een ontslag niet eerder ingaat dan nadat de beslissing van de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds omtrent de vraag of de ambtenaar door ziekten of gebreken in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking r ig gekomen, onherroepelijk is geworden. Het ontslag kan in afwachting van die beslissing xjel worden voorbereid. - 20. -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 8