-29- I'IEER JAREN- UWE S TERINGS PLAN Mijnheer de voorzitters In het vorengenoemde heh ik aandacht besteed aan a. politieke bewustwording b. de zich veranderende maatschappij c. de plaatselijke belangen/doeleinden en de mogelijke betekenis daarvan tot over onze gemeentegrenzen d. het verwerven van inzicht en het verbreden van visie e. ae centralistische tendenzen in de verhouding Rijk-Gemeente f. doeluitkeringen en het gemeentefonds g. financiering kapitaaluitgaven h. het autonome belastinggebied. Ik heb eveneens gememoreerd uw opmerking terzake de sluitende begroting en de daaraan uw inziens ten grondslag liggende motieven. Ik heb eveneens moeten constateren, mijnheer de voorzitter, dat het gemeentebestuur zich beperkt heeft tot een CONSTATERING VAN INKOMENSTEN en UITGAVEN VOOR 1975. DIT IN EEN BOEKWERK HEEFT VASTGELEGD EN VOORZIEN HEEFT VAN ENIGE BIJLAGEN. U zult het ongetwijfeld met mij eens zijn dat uw aanbiedingsbrief met bijbehorende stukken gerekend moeten worden onder het hoofdstuk "KORTE TERMIJN POLITIEK". Ik mis een meerjarenplan met bijbehorende investeringsplannen. Kortom, mijnheer de voorzitters Ik mis een beleidsplan on middellange termijn, waaruit de gewenste/noodzakelijke investeringen zullen blijken en waar de RAAD ZIJN OORDEEL OVER KAN UITSPREKEN. Ik nodig u hierbij uit mijn stellingname te onderschrijven en dienaan gaande met een voorstel te komen. RUIMTELIJKE PLANNING EN RUIMTELIJKE ORDENING. Ruimtelijke ordenings de wijze waarop de gemeente en hogere overheden de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied beïnvloedt en begeleidts DE PRAKTIJK v.h. BELEID. Ruimtelijke -planning? de voorbereiding van het beleid door het doormeten van de consequenties van de verschillende ontwikkelingsmogelijkheden. Twee begrippen, die niet los van elkaar zijn te hanteren, mijnheer de voorzitter. De drie pijlers binnen onze gemeente zijn s - het (de) woongebied(en)de kerkdorpen Bosschenhoofd en Hoeven - het agrarisch gebied - het recreatiegebied. - Elk -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 358