f f -28- Doeluitkeringen en gemeentefonds. CENTRALISTISCHE TENDENZSN Ondanks dat u in uw aanbiedingsbrief stelt dat voor 1975 van een reële verbetering t.o.v. vorige jaren kan worden gesproken, meen ik te moeten stellen dat de financiële verhouding Rijk-Gemeente een problematische zaak is, zelfs een zaak blijft die steeds meer wordt gekenmerkt door CENTRALISTISCHE TENDENZEN. Deze regering heeft sterke belangstelling voor het steeds meer invoeren van DOELUITKERINGEN terwijl het gemeentefonds sterk achterblijft bij de minimaal noodzakelijk geachte groei. E.e.a. houdt in dat de autonomie van de gemeente, ook die van Hoeven, mijnheer de voorzitter, wordt aangetast. Het wordt voor ons steeds moeilijker dan zelf te bepalen waarvoor wij het geld willen besteden. Uw aanbiedingsbrief geeft blijk van een optimisme, tenminste zou ik dat moeten concluderen uit de in de "brief" gedane opmerkingen dats a. in alle begrotingen het evenwicht tussen inkomen en uitgaven gehand haafd kunnen worden5 b. een ingecalculeerde prijsstijging van 8$. Gelooft u dat zelf? c. verhoogde uitkering lager onderwijs5 d. algemene uitkering 470.000,— hoger. Financiering Kapitaaluitgaven. ILLUSOIR. Mijnheer de voorzitter, onze minister van financiën is sterk in het vinden van argumenten om de CENTRALE FINANCIERING in stand te houden. Het stuwmeer en de hoogte van de vlottende schuld van de gezamenlijke gemeenten en provincies zijn nu weer de argumenten tegen opheffing. Het is dan ook illusoir te denken dat opheffing in de naaste toekomst wel zal plaatsvinden. U zult er rekening mee moeten houden dat het verkrijgen van langlopende financieringsmiddelen via dirigisme geregeld blijft. BELASTINGEN. Het afgelopen jaar zijn door de "oude" en de "nieuwe" raad een aantal niet onbelangrijke besluiten genomen op belastinggebied. De toeristenbelasting en de onroerend-goedbelasting zijn twee belastinggebieden die de gemeenten een stukje autonomie teruggeven. Het zijn tevens twee belastinggebieden, waarvan de hoogte van het inningsbedrag en of de inningspercentages een persoonlijke inzet van elk raadslid vraagt. Is het niet zo, mijnheer de voorzitter dat het voorzieningenpeil in deze gemeente voor een groot deel bepaald wordt door de op te leggen belasting druk? Als gemeente mogen wij ons tevens gelukkig prijzen dat er nog een marge ligt tussen het thans gehanteerde tarief en het toegestane tarief. Een reden te meer om een goed en gefundeerd beleid te voeren. - MEERJAREN -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 357