-Si-
Wethouder van den Bosch zegt dat de doelstelling is dat het op te
brengen belastingbedrag gelijk blijft en vraagt de gelegenheid 02a
de zaak verder te kunnen uitwerken.
In antwoord op een desbetreffende vraag van de heer Nuijten deelt
de voorzitter mede dat geen aanleiding is gevonden om de regeling
van de betalingstermijnen te herzien, zulks gezien de ervaringen
die met de inning van belasting in de praktijk zijn opgedaan.
De heer Kerstens zegt het niet eens te kunnen zijn met de zinsnede
op pagina 5 van het voorstel, houdende dat bij eventuele afschaf
fing van de hondenbelasting de inkomstenderving zou moeten worden
gecompenseerd door verhoging van het tarief van de gebruikersbe
lasting op het onroerend goed.
In antwoord op een vraag van de heer Broos over afschaffing van de
hondenbelasting zegt de voorzitter dat binnen het college nog nader
beraad over deze kwestie nodig is.
De voorzitter zegt persoonlijk momenteel nog de mening te hebben
dat deze belasting moet worden gehandhaafd.
Wethouder van Eekelen zegt het van belang te vinden dat de inwoners
er op worden geattendeerd dat de bedragen van de onroerend-goedbe-
lastingen wel wat tegen zullen vallen.
Op deze wijze kan worden bereikt dat de mensen gaan toeleven naar
het betalen van een hogere belasting, aldus de heer van Eekelen.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aange
nomen, terwijl tevens wordt besloten het eerdervermeld verzoek van
de beide kerkbesturen af te wijzen.
De heer Kerstens vraagt de voorzitter toepassing te geven aan de
bepaling in het reglement van orde, houdende dat de raadsleden niet
meer dan tweemaal het woord mogen voeren over hetzelfde punt.
15.) Vaststelling van de rekening 1971 van de Stichting Bosbad Hoeven en
voorlopige vaststelling van de gemeenterekening 1971.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
14.) Aanbieding van de begroting 1975 van de Stichting Bosbad Hoeven en
van de gemeentebegroting 1975.
Wadat de begrotingen aan de vergadering zijn aangeboden wordt de
afspraak gemaakt om in afwijking van de in het voorstel genoemde
datum het onderzoek van de begrotingen te doen plaats vinden op
dinsdag 5 december 1974» aanvangende te 15*00 uur.
- 15.) -