-4- Dit zouden wij willen stellen op 'i 1$, zijnde het percentage waarmee de belastingen blijkens de circulaire van de staatssecretaris van Binnen landse Zaken van 19 juli 1974? nr» FY 74/ü 672, betreffende de uitke ringen uit het gemeentefonds, voor 1975 ten hoogste behoren te stijgen. Ook voor 1976 lijkt een verhoging met dit percentage aanvaardbaar. In genoemde circulaire wordt overigens nog opgemerkt, dat de eigen inkomste: heffingen van de gemeenten regelmatig en tijdig dienen te worden bijge steld als algemene prijsstijgingen of andere kostenverhogingen daartoe aanleiding geven. Wij zullen derhalve in de toekomst bij regelmaat voor stellen tot tariefsaanpassing bij u aanhangig maken. De opbrengst van de onroerend-goedbelastingen is, zoals wij reeds schreven, naar boven begrensd met 12 respectievelijk 157° van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, met uitzondering van de factor sociale zorg. Uit de hierna opgenomen berekening blijkt, dat deze bovengrens thans 245.135»03 bedraagt voor de gebruikersbelasting en 306.418,78 voor de belasting voor zakeiijk-gerechtigden of tezamen 551.553*81. Oppervlakte-factor 3020 x 10,— 30.200, 24,35& belastbare opbrengst 11 70.250,— schaalbedrag 7025 x 59,25 416.231,25 schoonmaakuitkering 7025 x 4,50 31.612,50 compensatie cultuurgrond 3020 ha x 3,65 x 4.757,29 verfijning ontwikkelingsgebieden 7025 x 2,14,050, Sub-totaal 567.101,04 Sub-totaal 567.101,04 x uitkeringspercentage 350 1.984.853,64 Verfijning monumenten 11 2.638,66 Verfijning riolering 55.299,58 2.042.791,88 12JÉ van 2.042.791,88 245.135,03 151o van 2.042.791,88 306.418,78 f 551.553,81 Aangezien ook voor deze cijfers geldt, dat zij betrekking hebben op 1975, dat daarin nog geen compensatie van de loonkostenstijging na 1973 is begrepen en dat een stijging voor 1976 overigens voor de hand ligt, zal de werkelijke bovengrens voor de onroerend-goedbelastingen o.i. aanmerking hoger uitkomen. - Voorshands -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 299