Zonder de belastingplichtigen extra te belasten is het overigens mogelijk, een hogere opbrengst van de onroerend-goedbelasting te ver krijgen. De oorsaak hiervan is hierin gelegen, dat een gedeelte van de (opcenten op de) grondbelasting en de personele belasting thans niet in de gemeentekas terecht komt. Het betreft hier 130 rijksopcenten op de grondbelasting voor de gebouwde eigendommen, 60 provinciale opcenten: op dezelfde belasting voor de gebouwde en ongebouwde eigendommen en 50 provinciale opcenten op de personele belasting. Aan de hand van de meest recente opgaaf van de betreffende belastingen, die door de rijksbelas tingdienst worden ingevorderd, kan de totaalsom van de hierbedoelde opcenten worden becijferd op 40.075» t.w. 130 opcenten van f 12.250,— 15.925» 60 opcenten van 17.750» 10.650,— 50 opcenten van 27.000,13.500,— f 4O.O75»-- He opbrengst van de vervallende belastingen, voorzover die opbrengst in de gemeentekas vloeit, is te ramen op 332.750» hoofdsom grondbelasting gebouwd 12.250,— idem ongebouwd 11 5.500,— opcenten grondbelasting gebouwd (60) tl 7.350,— idem ongebouwd (30) tt 1.650,— hoofdsom personele belasting tl 27.000,— opcenten idem 320 tl 0 0 ==i- CQ CD straatbelasting 30/2.7 x kohier 1974 tt 94.500,— rioolbelasting 65/50 x kohier 1974 tt 98.100,— f 332.750» Zoals wij hiervóór reeds opmerkten, kan een hogere opbrengst van de onroerend-goedbelastingen worden verkregen van rond 40.000,— zonder de belastingplichtigen zwaarder te belasten» nl. door bij de tariefstelling uit te gaan van een te bereiken opbrengst van tenminste 332.750,— 40.075,— f 372.825, Omdat de onroerend-goedbelastingen pas met ingang van 1976 geheven kunnen worden, moet de opbrengst uiteraard minimaal gelijk zijn aan het bedrag dat de vervallende belastingen in dat jaar zouden opbrengen. Omdat de tarieven van de vervallende belastingen vanzelfsprekend niet meer verhoogd worden, zodat de opbrengst daarvan voor 1976 niet precies kan worden becijferd, moet worden uitgegaan van een verondersteld ver- ho gingsperc ent age - Dit -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 298