n
-2-
Hiermeo wordt kennelijk "bedoeld, dat de koeten van het onderhoud van
gebouw en terreinen (a), de kleine reparaties (B) en de kosten van ver
lichting, verwarming, water en schoonhouden (D) per leerling omgeslagen
hoger uitvallen omdat de school, die 9 lokalen telt, een relatief gering
aantal leerlingen heeft, nl. 210 (7 klassen).
Hieruit blijkt, dat de school van Bosschenhoofd niet, wat de wet
noemt, in normale omstandigheden verkeert. Het gebouw is immers veel te
groot voor de schoolbevolking. Daarom kan de exploitatiebegroting die
het schoolbestuur van Bosschenhoofd heeft ingediend, niet zonder meer
als uitgangspunt dienen voor de bepaling van het vergoedingsbedrag per
leerling, welk bedrag volgens de wet voor alle scholen moet gelden.
Door evenwel de begrotingsonderdelen, die betrekking hebben op 9 lokalen,
om te rekenen voor 7 lokalen, kan de begroting alsnog geschikt gemaakt
worden om als basis te dienen voor het bedrag per leerling. Het begro
tingstotaal van 58.189,90 wordt dan teruggebracht tot 50.888,50,
hetgeen neerkomt op 242,55 per leerling. Hierin is een bedrag van
f 26,95 begrepen voor administratiekosten, bedoeld in het achtste lid
van artikel 101. Het totale bedrag kan, volgens de aangepaste begroting
van het schoolbestuur, voldoende worden geacht voor de redelijke behoef
ten van een in normale omstandigheden verkerende school.
Volledigheidshalve tekenen wij hierbij aan, dat het schoolbestuur
van Bosschenhoofd zich ter verkrijging van extra middelen kan wenden tot
de Minister van Onderwijs en Wetenschappen met het verzoek om toepassing
te geven aan artikel 101-ter van de Lager-onderwijswet 1920. Dit wets
artikel geeft bedoelde minister de bevoegdheid om het bedrag per leer
ling voor de betreffende school op een hoger bedrag vast te stellen.
Zoals gebruikelijk hebben wij nagegaan, welk bedrag per leerling
mogelijk is wanneer wordt uitgegaan van de uitkering lager onderwijs
uit het Gemeentefonds. Deze uitkering is in de ontwerp-gemeentebegroting
1975 becijferd op 436=672,60. Aangezien het nadelig saldo van hoofd
stuk VIII, 2b (lager onderwijs) exclusief de vergoeding op grond van
artikel 101, en met inbegrip van de kosten van schoolzwemmen, vakonder
wijs en gymnastiek, volgens de ontwerp-gemeentebegroting 252.995,51
bedragen, is 185=679,09 beschikbaar voor de vergoeding volgens artikel
101. Deze vergoeding bestaat uit twee componenten, nl.
a. een vergoeding, gelijk aan de door de scholen verschuldigde straat-
en rioolbelasting;
b. een bedrag per leerling, inclusief een bedrag voor administratie
kosten.
- De -