-3-
Bij "brief van 17 mei 1973 deelde genoemde commissie ons mede dat
zij niet met de nieuwbouw kon verenigen omdat de aanvraag betreft de
incidentele bouw van een burgerwoning op een stedebouwkundig wille
keurige plaats in het "buitengebied". Uit een onderzoek ter plaatse was
de commissie gebleken dat aanvrager niet van plan is een agrarisch
bedrijf te stichten, doch dat deze afhankelijk van de oppervlakte aan te
kopen grond hoogstens enige agrarische activiteiten zal ontplooien ter
verkrijging van wat neveninkomsten. Juist naar de gegeven situatie
bestaat naar het oordeel van de commissie de gelegenheid aanvrager te
doen huisvesten binnen de woonkern en het buitengebied verder te saneren
Van deze beslissing is de heer Verwijmeren bij schrijven d.d.
24 mei 1975 op de hoogte gesteld.
Na een mededeling van de heer Verwijmeren dat hij voornemens was
ontslag te vragen bij zijn werkgever om zich in de toekomst geheel aan
zijn tuindersbedrijf te kunnen wijden is omtrent zijn bouwaanvrage op
23 augustus 1973 bet advies gevraagd aan de Adviescommissie Agrarische
Bouwaanvragen te Tilburg. Deze adviescommissie deelde bij schrijven d.d.
17 september 1973 mede van oordeel te zijn dat verwacht kan worden dat
de aanvrager enkele jaren in beperkte mate tuinbouwprodukten zal telen,
maar dat de omvang van het bedrijf niet zodanig zal zijn, dat er sprake
is van een tuinbouwbedrijf in de eigenlijke zin van het woord, waardoor
de te bouwen woning niet geacht kan worden uitsluitend te zullen dienen
ten behoeve van een agrarisch bedrijf. De commissie adviseerde derhalve
in afwijzende zin.
Op 26 oktober 1973 heeft in onze vergadering een gesprek plaats
gevonden met de secretaris van genoemde adviescommissie, teneinde na te
gaan of een ombuiging naar een gunstig advies haalbaar zou zijn. Tijdens
deze bespreking bleek echter dat zulks als uitgesloten moet worden
beschouwd. Vandaar dat wij hebben moeten besluiten de gevraagde bouw
vergunning te weigeren wegens strijd met het bestemmingsplan.
Tegen deze weigering heeft de heer Verwijmeren bij u voorziening
gevraagd. In zijn beroepschrift voert hij echter een geheel nieuwe
argumentatie aan en wel in dien zin dat thans zijn zoon voornemens is
een tuindersbedrijf op te richten. Omdat dus in deze kwestie een geheel
nieuw gezichtspunt naar voren is gekomen is ook omtrent het beroep
schrift het advies gevraagd van de Adviescommissie Agrarische Bouwaan
vragen, zulks bij schrijven d.d. 23 november 1973»
De adviescommissie deelde ons bij schrijven d.d. 20 december 1973
mede dat is komen vast te staan, dat betrokkene, met de commissie, van
oordeel is, dat het onderhavige bouwplan betrekking zal hebben op het
bouwen van een burgerwoning in het landelijk gebied.
- Voorts