-2- Yolledigheidshalve zij nog opgemerkt, dat uiteraard het hoven- staande niet van toepassing is op het vroegere schoolhuis (de woning StBernardusstraat 6), omdat deze woning reeds in 1967 werd verkocht aan M.J. Augustijn en thans wordt "bewoond door de gezinnen van de heer Augustijn zelf en van diens zoon. Alvorens echter definitieve beslissingen te nemen, wendden wij ons tot het provinciaal bestuur met de vraag of bij realisering van deze plannen, in principe de bereidheid bestond te zijner tijd t.b.v. de 4 te bouwen woningen, uitwegen op de St.Bernardusstraat toe te staan. Gedeputeerde Staten deelden daarop mee, dat zij zich met de bouw van de vrijstaande woningen in beginsel kunnen verenigen. Zij achten het evenwel noodzakelijk dat aan de noordzijde van de St.Bernardusstraat, vanaf de Moleneindsestraat tot het perceel van C. van Tetermg (overeen komstig het geldende bestemmingsplan) een parallelweg wordt aangelegd. De plannen voor de aanleg van deze parallelweg, die eventueel m fasen kan worden uitgevoerd, zullen door de provinciale waterstaat, in overleg met de gemeente, worden uitgewerkt. Bovendien verklaarden gedeputeerde staten zich in beginsel bereid een bijdrage te verlenen in de voor de realisering van de parallelweg te maken kosten, waaronder de kosten van aankoop en sloping van heb voor malige schoolgebouw, mits; a. die kosten een redelijk bedrag niet te boven zullen gaan; b. de voor de aanleg van de (gehele) parallelweg benodigde grond aan de provincie zal worden overgedragen; o. er voldoende zekerheid kan worden verkregen, dat de parallelweg hieen redelijke termijn in zijn geheel zal kunnen worden aange- legd. De grootte van de te verlenen bijdrage zal nader door gedeputeerde staten worden bepaald, waarbij onder meer rekening zal worden gehouden met de inkomsten uit de verkoop van de bouwpercelen. Ha voortgezette onderhandelingen met het stichtingsbestuur bleek dit uiteindelijk bereid, de vraagprijs terug te brengen tot 75-000, welk bedrag door één der andere gegadigden was geboden. Met het oog op de hierboven onder a. door gedeputeerde staten gestelde voorwaarde, vroegen wij de provinciale waterstaat om advies over de aankoop tegen dat bedrag. Ha hierover intern overleg gepleegd te hebben, werd van de zijde van de provinciale waterstaat geadviseerd zo snel mogelijk tot de a&i^op over te gaan, terwijl daaraan nog werd toegevoegd, dat thans op korte i^aijn, in overleg met de gemeente, een reconstructieplan zou worden 0nWox-p<»«. - Tenslotte -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1974 | | pagina 230