-2-
Ondat juist de plaatsing van het posthuis op de nonunentenlijst de
reconstructie van de kruising in de weg staat, werd nadien het overleg
net de provincie en monumentenzorg voortgezet.
Tijdens de terzake gehouden besprekingen werd er ook neernalen
op gewezens
1e dat het pand in een zeer bouwvallige toestand verkeert;
2e dat voor het conserveren en instandhouden, indien dit althans
verkeerstechnisch verantwoord zou zijn, zeer spoedig tot algehele
restauratie zou noeten worden overgegaan en
3e dat bij handhaving onverwijld alternatieve verkeerstechnische oplos
singen zouden noeten worden aangedragen on tot verbetering van dit
zeer gevaarlijke kruispunt te konen.
Ondat echter kennelijk deze alternatieve oplossingen niet konden
worden gevonden, werden dezerzijds de betreffende instanties neerdere
keren uitgenodigd voor gezanenlijk overleg ten geneentehuize net gelijk
tijdige bezichtiging van het in- en exterieur van het pand.
Tot onze grote verwondering zond intussen het ninisterie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk ons bij brief d.d. 9 januari
1973 ar. MMA/Mo 167.596 een ontwerp van een aanvullende lijst van
beschemde nonunenten toe, waarop wederon het posthuis (net een gewijzig
de onschrijving en de aangepaste gegevens betreffende de kadastrale aan
duiding en tenaanstelling) was verneld. De ontwerp-lijst ligt in het agen
dadossier ter inzage.
Ingevolge art. 8 lid 3 van de Monunentenwet noeten de gedeputeerde
staten en de geneenteraad in de gelegenheid worden gesteld on aan de
ninister in overweging te kunnen geven, nonunenten aan de lijst toe te
voegen of daarvan af te voeren. Dit verzoek dient binnen een ternijn van
3 naanden te worden gedaan.
Alvorens deze zaak aan u voor te leggen, hebben wij eerst getracht
een uitspraak van het provinciaal bestuur uit te lokken of een eventueel
verzoek tot afvoering van de lijst, thans door de provincie zou worden
gesteund en de sloopvergunning zou worden aangevraagd.
Na veel overleg en contacten over en weer is ons onlangs te verstaan
gegeven, dat een soortgelijk verzoek van de provincie niet nag worden
verwacht en er nitsdien van die zijde geen stappen zullen worden onder
nonen on tot afvoering en anovering te konen.
Hoewel wij wezenlijk begrip hebben voor het streven on nonunenten
te beschermen en voor de toekomst te behouden, twijfelen wij echter aan
de xinanciële mogelijkheden om het voormalig posthuis, voordat het als
bouwval zal instorten, door rigoureuze restauratievoorzieningen in zijn
oorspronkelijke staat terug te brengen.
- Evenmin -