-15-
Ik ben tegen de s.g. tweede woningen, zoals die op bovengenoemde kaart
staan aangegeven. Ze horen in ons landelijk gebied niet thuis.
Het is bovendien een vraag of het bezit van 2e woningen in ons dicht
bevolkte land nog wel verantwoord is.
ueneer de voorzitter, ik heb summier het punt van wegen en woningen
aangeroerd.
Ik geloof, dat het een heel belangrijke kwestie is waarover het
college en de raad zich in het komende jaar met spoed dienen te buigen
en deze zaak te bekijken voor enkele jaren.
Het bewaren van ons dorpsmilieu en van het landschap dient tot de
prioriteiten te behoren.']
Algemene beschouwingen van de heer van den Bosch.
Ilijnheer de voorzitter, heren raadsleden,
Door het voortreffelijke werk van de heren de Hijok en Kouws met hun
medewerkers is het ons wederom mogelijk geworden, het jaar 1974 in te
gaan met een enorm goed verzorgde Gemeentebegroting. Wij stellen gewoon
vast, dat deze begroting wat betreft overzichtelijkheid en gedetailleerd
verslag en uitwerking van de gemeentelijke bedrijvigheid, gewoon een uni
cum van vakbekwaamheid is.
Onze fractie zal deze beschouwingen benutten om terug te gaan in het
afgelopen jaar, om nog eens enkele actuele onderwerpen nader in uw
herinnering te brengen en tevens de wensen onzer fractie over de nog
te nemen maatregelen in 1974 nader toe te lichten.
Bij de behandeling van de Gemeentebegroting 1973 hebben wij betreffende
de bestuurlijke werkzaamheden van het college nogal scherpe kritiek
geplaatstToch waren wij blij, mijnheer de voorzitter, net uw op
merkingen in het jaaroverzicht 1972, wij citeren hieruit: "Vij weten
naar al te goed, dat geen vooruitgang mogelijk is zonder een kritische
beoordeling en dat kritiek de belasting is, die wij als werkers voor
het algemeen belang nu eenmaal dienen te betalen."
Twijfelde onze fractie in de beschouwingen 1973, over het nut van op
merkingen en/of suggesties, omdat deze over het algemeen, zonder vol
doende aandacht en overweging door uw college van de tafel werden ge
veegd, thans meenden wij, mijnheer de voorzitter, te moeten stellen,
dat onze twijfels t.o.v. uw beleid in 1973 ten onrechte zijn geweest,
n^j kregen van uw college gedurende 1973 voldoende aandacht voor onze
suggesties. Dat u er vele in grondige overweging heeft genomen en heeft
doen uitvoeren stemt ons tot grote tevredenheid.
- Wij -