#1
Ik heb tot mijn spijt geen gelegenheid gevondan na te gaan, welk loon
er in diverse gemeenten wordt betaald. Dit najaar, na een onderhoud
over deze loonverschillen op het Gewestelijk Arbeidsbureau heb ik de
wethouder van Sociale Zaken gevraagd dit in een contact met collega's
te chequen en tevens aan te dringen op eenheid in beloning, waarbij de
hoger betaalde natuurlijk niet de dupe mag worden. Ik heb er niets meer
over vernomen.
Mijn betoog over deze zaak heeft de bedoeling er bij uw college op aan
te dringen deze lonen d.m.v. een toeslag te herzien. Maar dan niet
telkens komen zeggen, dat ze eerst maar eens moeten werken. Want dan is
mijn antwoord: stel de ploegen zodanig samen, dat bij het werken de
laat ons zeggen: achterblijvers, worden meegetrokken. En wat het hogere
loon betreft: het moet hoger zijn dan wat de Minister subsidieert. Dus
niet alleen het subsidie uitbetalen, maar verder gaan. In dat subsidie
zitten uiteindelijk ook de sociale lasten verwerkt, het risico van
onwerkbaar weer, enz. Zonder te beweren, dat de gemeente aan deze werk
lozen verdient, hoeft het ook niet zo te zijn, dat er niets bij hoeft.
Arbeid kost geld. Werk dat gedaan moet worden in het belang van de
gemeenschap, kost ook geld. MAG de gemeente ook geld kosten buiten de
materialen. En, is er geen ruimte op de begroting voor een betere
betaling, dan moet er maar ergens ruimte gezocht worden. Ik nodig uw
college uit naar die ruimte te zoeken. Ik neem daarbij geen genoegen
met een verwijzing naar een onderhoud tussen mij en de chef Financiën
van onze gemeente. Uiteindelijk kan een raadslid vragen om betere
betalingen, maar ligt het vaststellen daarvan bij E. en W.de betrok
ken ambtenaar gehoord.
Laat hen in ieder geval niet de dupe worden van een gebrek aan middelen,
of scherper gezegd, laat hen niet worden tot een sluitpost van de
begroting.
Bezie ik de memorie van antwoord op dit punt, dan vind ik een door
u genoemd c.a.o.-loon van f 248,80 en een vakantiebon van 48,60. Dit
loon komt ongeveer overeen met het in hun arbeidsovereenkomst genoemde
maandloon. Overigens is dinds 2 juli 1973 Met c.a.o.-loom 249,20 en
de vakantiebon 49,50, Met loon zonder de prestatietoeslag. Een niet
te groot verschil, tenzij de tot nu toe toegepaste prestatietoeslag
wordt meegerekend. In dat geval is het verschil niet onbelangrijk. Wat
dat betreft verzoek ik u zich tijdig op de hoogte te stellen of en
wanneer er c.a.o.-wijzigingen aan de orde zijn. Dit loon is echter geen
loon om hoera over te roepen. In ieder geval is het niet zo, dat onze
gemeente hen boven het c.a.o.-loon betaalt. Bovendien zullen de wette
lijke minimumlonen per 1 januari 1974 zodanig stijgen, dat er nog maar
een gering verschil overblijft tussen dit minimumloon en hetgeen hun
betaald wordt.
Nogmaals -