I
Beide schoolbesturen hebben ons inmiddels laten weten, dat zij het
voorgestelde bedrag aanvaardbaar achten op voorwaarde, dat de gemeente
thans de bereidheid kenbaar maakt om in de loop van 1974 in overleg te
treden met de schoolbesturen over een eventueel nodige aanpassing van
het bedrag.
Aangezien u ook voor het lopende jaar de bereidheid hebt getoond
tot herziening van de vergoeding, zo daartoe aanleiding zou bestaan,
achten wij het vanzelfsprekend, dat u ook voor 1974 eenzelfde gedrags
lijn wilt volgen.
Wij mogen u daarom in overweging geven
a.) het bedrag per leerling voor 1974 vast te stellen op 210,--5
b.) te verklaren, dat u bereid bent om het onder a bedoelde bedrag te
herzien, wanneer daarvoor t.z.t. aanleiding blijkt te bestaan.
Wij van onze kant zullen dan de schoolbesturen meedelen, dat wij
bereid zijn op hun verzoek in de tweede helft van 1974 een bespreking
te beleggen wanneer zij herziening van het vergoedingsbedrag noodzakelijk
achten.
Volledigheidshalve merken wij nog op, dat de school van Bosschen-
hoofd wellicht in bijzondere omstandigheden verkeert, omdat het school
gebouw momenteel aanzienlijk te groot is voor het teruglopend leerling
tal. De gemeente mist echter de wettelijke bevoegdheid om voor die school
een hoger bedrag vast te stellen. Het schoolbestuur zelf kan zich evenwel
tot de minister wenden met he.t verzoek om met toepassing van artikel
101 ter van de wet een hoger bedrag toe te kennen.
Een ontwerp-besluit ligt in het agenda-dossier voor u ter inzage.
De commissie algemene zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.