gemeente Hoeven
Agendanr. 5. Raadsvergadering d.d. 29 november 1974.
Onderwerp: vergoeding per leerling voor 1974.
HOEVEN, 16 november 1975»
In
Zoals bekend moet het bedrag per leerling als bedoeld in artikel
101 van de Lager-onderwijswet 1920 voor 1974 door u worden vastgesteld
vóór 1 maart van dat jaar.
Wij hebben in het kader van de voorbereiding van uw besluit tot
vaststelling van het vergoedingsbedrag, overleg gepleegd met de school
besturen. Hun begrotingen liggen voor u in het agendadossier ter inzage.
Haast de schoolbesturen hebben wij ook de inspecteur geraadpleegd,
die eind oktober een bedrag van 196,adviseerde exclusief B.T.W.
Aangezien de B.T.W. slechts over een gedeelte van de onderwijskosten
berekend behoeft te worden, en met name niet over loonkosten van schoon
maaksters, noch over in de begrotingen opgenomen afschrijvingen en
reserveringen, laat het B.T.W.-percentage zich thans niet exact berekenen.
Het zal echter beduidend beneden het l6$-tarief liggen, temeer omdat
voor brandstoffen b.v. slechts het 4$-tarief geldt. Zoals u weet is
B.T.W. slechts feitelijk verschuldigd na ontvangst van een factuur.
In hun begrotingen zijn de schoolbesturen uitgegaan van een prijs
stijging van 8Zij komen aldus uit op een bedrag per leerling van
226,37 (Hoeven) en f 247*40 (Bosschenhoofd)In de kostenbegrotingen
is echter op enkele plaatsen een hogere stijging dan 8verwerkt?
wanneer alle begrotingsposten worden teruggebracht tot 108$ van de
cijfers van 1973» wordt een bedrag per leerling verkregen van 219,23
resp. 240,26.
Aangezien het streven van de rijksoverheid in het kader van de
inflatiobestrijding erop gericht is, de prijsstijging in het komende
jaar te beperken tot ten hoogste 6$, achten wij het juist, voor de ver
hoging van het bedrag per leerling voorshands uit te gaan van een kosten
stijging van 6$. Dit betekent voor 1974 een bedrag per leerling van
199»— (vergoeding 1973) 6$ 210, welk bedrag globaal overeen
stemt met het door de inspectie aanbevolen vergoedingsbedrag.
Met een bedrag van 210,(exclusief schoolzwemmen en -gymnastiek)
zal onze gemeente haar plaats als koploper in West-Brabant zeker be
houden. Uit het hierna volgende overzicht blijkt de positie van onze
gemeente m.b.t. het bedrag per leerling over 1973 en 1974?
- Gemeente -