-3-
De voorzitter zegt dat de wijze waarop de bijdrage wordt ingevorderd
thans nog niet in het geding is» Over deze zaak kan een beslissing
worden genomen als door het Rijk een subsidie is toegekend, aldus de
voorzitter.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel
besloten. In verband hiermede wordt tevens het besluit tot 40e
wijziging van de gemeentebegroting 1973 vastgesteld.
8*Garanderen van de betaling van rente en aflossing van door de
Stichting Maatschappelijk Centrum Hoeven en Bosschenhoofd te sluiten
geldlening in verband met uitbreiding van het buurthuis "De Schakel".
Be heer van den Bosch brengt het college van burgemeester en wet
houders dank voor hetgeen is gedaan om tot uitbreiding van "Be
Schakel" te komen.
In verband met een desbetreffend voorstel van de heer Lockefeer zal
worden nagegaan of een telefooncel kan irorden ondergebracht bij "Be
Schakel" als het bij de nieuwe Rabobank niet mogelijk zou zijn.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9*) Kapitaalverstrekking van 25.000.— aan de Stichting Bosbad Hoeven
voor het verrichten van research met het oog op de toekomstige uit
bouw van het gemeentelijk recreatiecentrum.
Be heer van Merode zegt het verrichten van research bedenkelijk te
vinden, omdat niet bekend is wat er uit de bus zal komen.
Spreker vraagt of het onderzoek niet kan worden verricht binnen de
kring van het Stichtingsbestuur.
Be voorzitter antwoordt hierop dat het niet zo moeilijk is om met
suggesties te komen. Be problematiek ziet echter van de beoordeling
van de technische en financiële merites, aldus de voorzitter, hieraan
toevoegend dat het Stichtingsbestuur de onderhavige kwestie goed en
diepgaand heeft bestudeerd.
Be heer Kerstens zegt dat in 1970 door het N.R.I.T. een onderzoek is
ingesteld naar de mogelijkheden voor uitbouw van de recreatie in Hoeven.
Van dit onderzoek is de eerste fase afgerond met een rapport, terwijl
aan het N.R.I.T. nooit opdracht is gegeven voor uitvoering van de 2e
en 3e fase.
Be heer Kerstens zegt over deze zaak contact te hebben gehad met Brs.
Zom van genoemd instituut en het een vreemde zaak te vinden dat het
N.R.I.T. na het uitbrengen van het eerste rapport nooit meer iets heeft
gehoord over een vervolg.
- Spreker -