I -16- Het is natuurlijk een loffelijk streven om de richtprijzen van de minister zo dicht mogelijk te henaderen mede om daarmee een aan vullende uitkering van het rijk te verkrijgen. Ik vraag me echter wel af, hoe de minister aan een richtprijs van 132,-- komt en of deze rijksnorm wel gebaseerd is op reële feiten. Zowel in de aan biedingsnota als in de memorie van toelichting wordt hierover geen uitsluitsel gegeven. Persoonlijk zou ik liever zien, dat diverse belastingen werden samengevoegd en dat de inwoners van Hoeven met de betaling van één belastingbedrag van alle narigheden af waren. Hierbij zou ik dan willen pleiten voor de afschaffing van de honden belasting en de vermakelijkheidsbelasting. De hondenbelasting dateert immers reeds uit 1851 en in de tussenliggende jaren is er naar mijn gevóélen heel wat veranderd in het gemeentelijke honden wereldje. Het is op het moment toch zo, dat loslopende honden uit den boze zijn of moeten zijn. Is het dan nog wel eerlijk, dat het gemeentebestuur een belasting oplegt voor deze dieren, die geen enkele vrijheid meer is toegestaan. Waarom zou men op een gegeven ogenblik ook geen katten- of kanariebelasting gaan opleggen? Ook dit zijn huisdieren. Alleen met dit verschil, dat een hond blaft, een kat miauwt en een kanarie fluit. Ik ben ervoor, om dit soort belastingen af te schaffen en ieder vogeltje onbelemmerd te laten zingen zoals het gebekt is. Bij samentrekking van diverse gemeente lijke belastingen is het misschien wel mogelijk om procentueel minder drastisch lijkende verhogingen door te voeren, zodat de klap van de belastingverhoging voor de inwoners minder hard aankomt. Ik wil ook een paar kanttekeningen plaatsen bij de afdeling onder wijs. Er is in 1972 nogal wat te doen geweest over de vaststelling van de vergoeding per leerling. Vrijwel alle raadsleden waren het over eens, dat 145s-~ te weinig was. Ook het schoolbestuur wenste een hoger bedrag en stuurde zelfs een protestbrief aan de gemeente raad, die deze brief nooit onder ogen kreeg. Zelfs de begroting van het schoolbestuur werd uit het zicht van de raadsleden ge houden. Ik vind het prijzenswaardig, dat b. en w. in hun memorie van antwoord eindelijk eens toegeven, dat er een extra uitkering moet komen voor het onderwijs. De raadsleden wisten dit al lang, ook al hebben ze geen inzage gehad in de begroting en de rekeningen van het schoolbestuur. Het is een waardevolle gebeurtenis, dat b. en w. eindelijk eens durven bekennen, dat ook voor hun het onder wijs een aanhoudende zorg is, en dat het college eindelijk eens wilt toegeven en nog wel schriftelijk, dat het mis gekleund heeft t.a.v. het onderwijs. U moet niet vergeten, dat ieder kopje koffie op de scholen betaald wordt door de personeelsleden om de exploita- tierekening niet extra te belasten.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 300